Bevallen op zijn kop
Praktijkgericht onderzoek naar factoren die de keuze tot een baringshouding beïnvloedenBevallen op zijn kop
Praktijkgericht onderzoek naar factoren die de keuze tot een baringshouding beïnvloedenSamenvatting
Inleiding
Door de jaren heen is bevallen in rugligging standaard geworden, terwijl er geen dominante medische reden is voor het routinematig gebruiken van een specifieke baringshouding. Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de factoren die een rol spelen bij het aannemen van een baringshouding. Hierbij komen socio-demografische en obstetrische factoren, de kennis en voorkeur van vrouwen en de rol van de verloskundige aan bod. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het aannemen van baringshoudingen bij pas bevallen vrouwen in Zuidwest Nederland?”
Methode
Er is kwantitatief onderzoek uitgevoerd aan de hand van een digitale enquête. Deze is verspreid onder vrouwen met een eerstelijnsbevalling in de periode september tot en met december 2017 uit de regio Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland. Hiervoor werd een samenwerking aangegaan met Kraamcentrum DAT. De dataverzameling en –analyse zijn uitgevoerd door één onderzoeker met behulp van Statistical Package for the Social Sciences (SPSS).
Resultaten
Aan het onderzoek hebben 113 pas bevallen vrouwen deelgenomen. Van de respondenten wist 89% zowel een flexibele- als non-flexibele sacrumhouding te noemen. Uiteindelijk gebruikt 58% alleen een non-flexibele sacrumhouding tijdens de baring. Respectievelijk 68%, 63%, 62% en 50% van de respondenten beschikt over de juiste kennis wat betreft de invloed van baringshoudingen op perineumtrauma, fluxus, duur van de uitdrijving en intensiteit van pijn. Van de respondenten heeft 67% informatie gehad van de verloskundige over baringshoudingen. Bij 41% had dit ook grote invloed op het aannemen van een baringshouding. Vrouwen die informatie krijgen van de verloskundige over baringshoudingen kiezen vaker voor een flexibele sacrumhouding. Een kwart van de vrouwen geeft aan voldoende informatie te hebben gekregen van de verloskundige, echter wanneer de verloskundige een houding zou aandragen, ook als de parturiënte niet bekend is met die houding, zou 79% van de vrouwen deze houding ook aannemen.
Discussie
Verschillende studies suggereren dat vrouwen in rugligging zouden bevallen omdat zij niet op de hoogte zijn van hun keuzes. Uit dit onderzoek blijkt dat vrouwen beschikken over kennis van baringshoudingen. Het bevestigt daarnaast literatuur die beweert dat de verloskundige een zeer belangrijke factor is bij het aannemen van een baringshouding. Er kan getwijfeld worden aan de objectiviteit van de resultaten omdat de bevalling een emotionele gebeurtenis is. Sterke punten zijn de grootte van de steekproef, herhaalbaarheid en diversiteit.
Conclusie
Een hogere leeftijd, hogere opleiding, primipariteit en thuisbevallingen leiden tot het vaker aannemen van een flexibele sacrumhouding. Bij een verlengde uitdrijvingsfase worden significant meer flexibele sacrumhoudingen gebruikt. Wanneer vrouwen kennis hebben van de voordelen van een baringshouding leidt dit niet tot aannemen van deze houdingen tijdens de uitdrijving. Het advies van de verloskundige is de belangrijkste omgevingsfactor.
Aanbevelingen
Het is aanbevolen dat verloskundigen zwangeren stimuleren informatie op te zoeken omtrent baringshoudingen en een zwangerschapscursus te volgen. Binnen de opleiding Bachelor in de Vroedkunde zou meer aandacht besteed moeten worden aan begeleiden van de baring in verschillende houdingen. Tot slot zou dit onderzoek op grotere schaal kunnen worden uitgevoerd, waarbij tevens verloskundigen worden geïncludeerd, om een grotere representativiteit te bereiken.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Verpleegkunde & Verloskunde |
Afdeling | Domein Health, Education & Wellbeing |
Partner | HZ University of Applied Sciences, Vlissingen |
Datum | 2018-06-25 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |