De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het strafrechtelijk stadionverbod in de rechtspraktijk

Open access

Rechten:

Het strafrechtelijk stadionverbod in de rechtspraktijk

Open access

Rechten:

Samenvatting

Het voetbalvandalisme/hooliganisme in Nederland is nog steeds een actueel probleem, dat blijkt uit cijfers van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV). Het aantal voetbalgerelateerde incidenten neemt toe en zelfs op internationaal niveau zijn Nederlanders betrokken bij voetbalvandalisme. Het incident in Rome met Feyenoordsupporters ligt bij iedereen nog vers in het geheugen. De KNVB, politie, het Openbaar Ministerie en de gemeentes werken nauw samen om dit probleem aan te pakken. Zij kunnen via verschillende rechtsgebieden maatregelen treffen om het voetbalvandalisme/hooliganisme te bestraffen. Een van die maatregelen die getroffen kan worden om hooligans uit (de omgeving van) het stadion te weren is het opleggen van een stadionverbod. In combinatie met een meldplicht is dit een goed middel om van het stadion weer een veilige en sfeervolle omgeving te maken.
Het OM is bevoegd een strafrechtelijk stadionverbod te vorderen en dit kan zij doen op grond van art. 14c en art. 38v van het Wetboek van Strafrecht. Middels art. 14c Sr kan het stadionverbod worden gevorderd in de vorm van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf en middels art. 38v Sr wordt een stadionverbod geëist in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel.
De centrale vraag ziet op de beste optie die het OM Den Haag heeft om een strafrechtelijk stadionverbod opgelegd te krijgen, kortom: op grond van welk artikel wordt het vaakst een strafrechtelijk stadionverbod opgelegd door de rechter? Na beantwoording van de centrale vraag zou het voor het OM Den Haag duidelijk moeten zijn op basis van welk artikel het beste een stadionverbod opgelegd kan worden. Het uiteindelijke doel hiervan is dat er meer strafrechtelijke stadionverboden worden opgelegd ten behoeve van de veiligheid en de sfeer in het stadion.
De beste optie werd onderzocht door middel van wetsanalyse en jurisprudentieonderzoek. Tevens is gekeken naar de werkwijze van het Openbaar Ministerie Den Haag: in welke gevallen vordert zij een strafrechtelijk stadionverbod en komt dit overeen met de aspecten die uit het jurisprudentieonderzoek voortvloeien? Indien dat duidelijk is, weet de Officier van Justitie in de toekomst met welke aspecten hij rekening kan houden, wil hij een succesvol beroep doen op één van de artikelen.
Uit jurisprudentieonderzoek blijkt dat het strafrechtelijke stadionverbod het vaakst wordt opgelegd op grond van art. 14c Sr. Echter blijkt dat in bepaalde situaties art. 38v Sr de beste optie is, namelijk als er sprake is van:
- een groot aandeel van de verdachte in de ongeregeldheden;
- eerdere veroordeling(en) van een soortgelijk feit;
- herhalingsgevaar.
Is van geen van bovenstaande aspecten sprake, dan is de beste optie om art. 14c Sr te vorderen om alsnog, hoewel in een minder zware vorm, een stadionverbod opgelegd te krijgen.
De aspecten die de rechter belangrijk acht bij het opleggen van een strafrechtelijk stadionverbod komen vrijwel overeen met de aspecten die het OM meeweegt bij het bepalen van de strafeis.
Na de bevindingen kunnen er een aantal aanbevelingen worden gedaan. Allereerst kan ik aanbevelen om in de situaties dat er sprake is van een groot aandeel in de ongeregeldheden van de verdachte, eerdere veroordeling(en) van een soortgelijk feit en/of herhalingsgevaar, art. 38v Sr te vorderen omdat uit jurisprudentie blijkt dat dit de aspecten zijn die de rechter nodig acht om een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. Zijn deze aspecten niet aanwezig, beveel ik aan om alsnog een strafrechtelijk stadionverbod te vorderen, echter dan op grond van art. 14c Sr.
Ten behoeve van een wellicht effectievere aanpak van voetbalvandalisme/hooliganisme kan aanbevolen worden om in de toekomst gebruik te maken van de in het onderzoeksrapport gemelde toekomstige maatregelen, zoals de digitale meldplicht. Daarnaast beveel ik aan om overtredingen van een stadionverbod te vervolgen voor lokaalvredebreuk. Zo wordt een duidelijk signaal afgegeven dat overtreding niet getolereerd wordt. Tenslotte is mijn aanbeveling om de twee uitgelichte uitspraken aan te halen bij het vorderen van een strafrechtelijk stadionverbod.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerOpenbaar Ministerie Den Haag, afd. Voetbalzaken
Datum2016-07-26
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk