De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Veroordeeld naar aanleiding van een anonieme bron

een onderzoek naar het starten van een opsporingsonderzoek op basis van anonieme informatie

Rechten:

Veroordeeld naar aanleiding van een anonieme bron

een onderzoek naar het starten van een opsporingsonderzoek op basis van anonieme informatie

Rechten:

Samenvatting

Dit afstudeeronderzoek bevat een analyse naar de onduidelijkheid van anonieme informatie als startinformatie voor een opsporingsonderzoek. Over dit onderwerp staat niets in de wet vermeld, waardoor er geen precieze criteria bekend zijn. In de literatuur zijn verschillende maatstaven beschreven, maar ook hieruit blijkt dat er verschillende opvattingen bestaan over anonieme informatie als startinformatie voor een opsporingsonderzoek.
De centrale vraag in dit onderzoek luidt als volgt:
Welk advies kan er aan [organisatie] worden gegeven ten aanzien van het bijstaan van hun cliënten met betrekking tot wanneer anonieme informatie op grond van de rechtspraak voldoende is om te dienen als startinformatie voor een opsporingsonderzoek?
Aan de hand van een literatuur- en jurisprudentieanalyse wordt een advies gegeven aan [organisatie] over wanneer anonieme informatie gebruikt mag worden als startinformatie voor een opsporingsonderzoek.
Voor het starten van een opsporingsonderzoek is een redelijk vermoeden van schuld ex. artikel 27 Sv vereist. Bij de beoordeling hiervan wordt gekeken naar de waarschijnlijkheid dat er een strafbaar feit is gepleegd en de redelijkheid en objectiviteit ten aanzien van het redelijk vermoeden van schuld. De rechter heeft zich in de onderzochte uitspraken niet letterlijk uitgelaten over het begrip waarschijnlijkheid, maar het redelijk vermoeden van schuld wordt in bepaalde gevallen sneller aangenomen. Enkele voorbeelden die hierbij meewegen zijn het aantal MMA-meldingen en de antecedenten van de verdachte. In geval van de redelijkheid en objectiviteit van het redelijk vermoeden van schuld, zijn de omliggende omstandigheden van belang. Het aanvullend onderzoek speelt hierbij een grote rol, maar ook de concreetheid van de MMA-melding, het aantal MMA-meldingen en de antecedenten van de verdachte.
De meeste bezwaren tegen het gebruiken van anonieme informatie als startinformatie voor een opsporingsonderzoek zijn gelegen in de betrouwbaarheid van de MMA-meldingen. Het is immers mogelijk dat de anonieme melder (bewust of onbewust) onware informatie doorgeeft. Na het onderzoeken van de uitspraken is echter gebleken dat in negenendertig van de tweeënveertig uitspraken de informatie uit de MMA-melding juist bleek te zijn.
Een belangrijke factor die bijdraagt aan de betrouwbaarheid van de MMA-melding, is de concreetheid van de informatie uit de anonieme melding. Het onderzoek naar de beoordeling van de concreetheid van de MMA-melding laat echter geen duidelijk resultaat zien.
In de relevante literatuur wordt vermeld dat het niet vereist is dat de anonieme informatie recent is. In één uitspraak heeft de rechter dit bevestigd. In de overige uitspraken heeft de rechter zich niet uitgelaten over de recentheid van de MMA-melding.
Het aanvullend onderzoek is van groot belang voor de beoordeling van anonieme informatie als startinformatie voor een opsporingsonderzoek. De resultaten van het aanvullend onderzoek dragen bij aan het redelijk vermoeden van schuld dat vereist is voor het uitvoeren van bijzondere opsporingsbevoegdheden. Dit aanvullend onderzoek is niet vereist, maar het is in de meeste gevallen wel gewenst. De gewenste grootte van het aanvullend onderzoek blijkt per uitspraak te verschillen. Over het algemeen moet gekeken worden naar verschillende omliggende omstandigheden, waaronder het aantal MMA-meldingen, de concreetheid van de MMA-melding en de antecedenten van de verdachte.
In de relevante literatuur wordt vermeld dat de grootte van het aanvullend onderzoek samenhangt met het strafbare feit waar de MMA-melding betrekking op heeft. Vanwege het feit dat de meeste uitspraken betrekking hebben op hennepteelt, kunnen hierover geen valide conclusies worden getrokken.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
Datum2016-07-25
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk