Het verlenen tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind door de man
Het verlenen tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind door de man
Samenvatting
Dit onderzoek is gericht op de onduidelijkheid die heerst over de afwegingen van de belangen die de rechter maakt bij een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind. Het probleem van de opdrachtgever ligt voornamelijk bij de uitvoering van de afweging van de belangen. Het juridische vraagstuk richt zich op welk advies aan de opdrachtgever kan worden geven om de belangen van de man bij vervangende toestemming voor erkenning van het kind te behartigen.
Het onderzoek
In dit onderzoek wordt een splitsing gemaakt van de afwegingen die de rechter maakt bij het verlenen tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind. Er wordt apart gekeken naar de afweging van de belangen van het minderjarige kind en er wordt apart naar de belangen van de vrouw gekeken door middel van deelvragen. Daarnaast wordt de verhouding tussen art. 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de erkenning van een minderjarig kind onderzocht. Dit artikel stelt dat iedereen recht heeft op ‘family life’ en de eerbiediging hiervan. Vervolgens wordt gekeken hoe de rechter hier de afweging bij maakt bij het verlenen tot vervangende toestemming voor erkenning. Met behulp van een schema waarin alle topics worden vermeld, wordt de jurisprudentie geanalyseerd om zo tot een conclusie te komen op basis van de antwoorden op de deelvragen. Ook is een dossieronderzoek verricht bij Advocatenkantoor Akkas om te kijken hoe hier momenteel deze zaken worden gevoerd.
Uitvoering
Uit de beantwoording van alle deelvragen komt naar voren dat het belang van het kind de grootste afweging is die de rechter maakt. Het belang van het kind is verbonden met het belang van de vrouw bij een ongestoorde verhouding met het kind. Daartegenover staat het belang van de man. Hij heeft recht op een familierechtelijke betrekking en ‘family life’, art. 8 EVRM. Aan de hand van het jurisprudentieonderzoek kan worden gesteld dat de rechter het belang van het kind vooropstelt. Daarbij komt dat de rechter vaak een bijzondere curator benoemt voor het behartigen van de belangen van het kind. Zodra kenbaar is dat het belang van het kind wordt geschaad door de erkenning, wordt het verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning van het minderjarige kind afgewezen. Dit kan zich uiten in de gesteldheid van de moeder, die grote invloed kan hebben op de verzorging en opvoeding van het kind, of de ontwikkeling van het kind zelf doordat de erkenning schade met zich mee kan brengen.
Ook kan worden geconcludeerd dat een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning gesteld op het beginsel family life, art. 8 EVRM niet toereikend is. Indien er sprake is van ‘family life’ tussen de man en het minderjarige kind, dan kan dit voor alsnog niet in het belang van het minderjarige kind zijn, waardoor de rechtbank het verzoek dient af te wijzen. Het uitgangspunt van de wetgever is om zo dicht mogelijk bij de biologische werkelijkheid aan te sluiten door dit juridisch vast te stellen.
Bijna elk verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning kan op grond van een familierechtelijke betrekking het uitgangspunt van de wetgever en het recht op ‘family life’ worden verleend. De ene rechter maakt een strengere afweging in het belang van het kind dan de andere rechter, maar het uitgangspunt wordt altijd naar voren gebracht. Het verslag van de curator wordt altijd naar voren gehaald door de rechtbank en deels meegewogen, wanneer vervangende toestemming voor erkenning niet uit kan blijven.
Het is duidelijk dat het belang van het minderjarige kind bovenaan staat bij het verlenen tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind door de man. Het uitgangspunt van de wetgever is dat ernaar wordt gestreefd de juridische werkelijkheid te laten aansluiten bij de biologische werkelijkheid. De biologische werkelijkheid is de rode draad voor het verlenen tot vervangende toestemming voor erkenning. De rechtbank wijst het verzoek in de meeste gevallen toe als is gebleken dat er geen goede standpunten zijn die aannemelijk maken dat de erkenning schade zal kunnen opleveren aan de belangen van het kind of de moeder. Het is van belang om in een verzoekschrift inzake vervangende toestemming voor erkenning alle punten die in dit rapport zijn behandeld te benoemen en te onderbouwen, zodat de zaak duidelijk en compleet is voor de rechtbank. Dit betreft de belangen van partijen, ‘family life’, art. 8 EVRM en een tijdige indiening van het verzoekschrift. Indien de vervangende toestemming gegeven wordt door de rechtbank, wordt het voor de vrouw lastiger in hoger beroep te gaan en verweer te voeren.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Advocatenkantoor Akkas |
Datum | 2017-09-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |