De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Messengeweld: Waar begint het?

Een kwalitatief onderzoek naar vroegtijdige signalering van jongeren die neigen tot messengeweld

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Messengeweld: Waar begint het?

Een kwalitatief onderzoek naar vroegtijdige signalering van jongeren die neigen tot messengeweld

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In dit afstudeeronderzoek, is in opdracht van de Politie Flevoland onderzoek gedaan naar vroegtijdige signalering van jongeren die neigen tot messengeweld. Door middel van een kwalitatief onderzoek met diepte-interviews, is inzichtelijk gemaakt welke signalen naar voren komen. De eerste onderzoeksvraag die in dit onderzoek is beantwoord luidt als volgt; “Zijn de vroeg waarneembare signalen zoals beschreven in de literatuur, ook de vroege signalen die zorg- en veiligheidsinstanties in de regio Flevoland herkennen? En zijn er volgens deze instanties andere vroeg waarneembare signalen te herkennen in jongeren die neigen tot messengeweld? En hoe kunnen deze signalen vertaald worden naar een praktisch werkbare signalementenkaart?” Om deze eerste onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, is de volgende deelvraag opgesteld: “Welke motieven voor messenbezit en messengebruik onder jongeren kunnen worden onderscheiden?”.

De doelstelling van het onderzoek is om een eenduidig beeld te krijgen van vroege signalen, om deze in een eerder stadium op te kunnen pikken. Om deze reden is een ‘signalementenkaart’ ontwikkeld, waarop signalen van vier verschillende thema’s worden weergegeven. Deze vier thema’s zijn: redenen voor messenbezit en messengebruik, signalen omtrent persoonlijke kenmerken van de jongere, signalen omtrent gedrag en interesses van de jongere en signalen omtrent de thuissituatie. Om de deelvraag te beantwoorden worden motieven gegeven voor messenbezit en messengebruik van jongeren. Bij de totstandkoming van de signalementenkaart zijn zeven diepte-interviews uitgevoerd met professionals die betrokken zijn bij het onderwerp messengeweld.

Uit de interviews is naar voren gekomen dat een aantal vroegtijdige signalen telkens terugkomen. Wat betreft de persoonlijke eigenschappen van de jongere, zijn vroegtijdige signalen een licht verstandelijke beperking en een laag opleidingsniveau (bbl, kader). Qua gedrag en interesses van de jongere is in veel gevallen sprake van veel schoolverzuim of zelfs schooluitval. Daarnaast hebben deze jongeren vaak geen zichtbare dagbesteding, waardoor ze op straat gaan hangen. Hier kunnen criminele activiteiten van de jongeren ook starten. Ook wordt drillrap gezien als signaal, maar hierover blijken de meningen verdeeld. Jongeren lijken ook vaak interesse te hebben in het snel geld verdienen.
Het derde thema is de thuissituatie van de jongeren. Wat hierbij opvalt, is dat deze jongeren vaak opgroeien in eenoudergezinnen, waarbij de vader in veel gevallen niet in beeld is. Ook wordt armoede gezien als een signaal voor het ontstaan messengeweld bij jongeren. Rondom de woonsituatie van de jongere, wordt gezien dat jongeren vaak uit achterstandswijken komen

Naast de verschillende thema’s, zijn uit de interviews verschillende motieven voor het dragen van een wapen onder jongeren naar voren gekomen. Verondersteld wordt dat de voornaamste motieven om een mes te dragen voortkomen uit een onveiligheidsgevoel, het idee dat iedereen een mes draagt, een verhoging van status en het horen bij een bepaalde groep.

De tweede onderzoeksvraag die is beantwoord is: “Op welke manier zijn de politie, Veilig Thuis, scholen, leerplicht en jongerenwerkers betrokken bij het herkennen van de vroeg waarneembare signalen en welke instantie is primair verantwoordelijk voor het herkennen van deze signalen?” Hieruit is gebleken dat scholen worden gezien als primaire signaleerder, maar dat de politie, leerplichtambtenaren, jongerenwerkers en Veilig Thuis ook een rol spelen in de vroegsignalering. Daarnaast blijkt dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de signalen die de instanties herkennen. Dit is opmerkelijk en maakt kenbaar dat communicatie tussen instanties essentieel is om een totaalbeeld te krijgen van alle signalen rondom een jongere die neigt naar messengeweld.Bevat een samenvatting in het Engels. Includes a summary in English.

Toon meer
OrganisatieHanze
OpleidingToegepaste Psychologie
AfdelingAcademie voor Sociale Studies
PartnerPolitie Flevoland
Datum2021-05-31
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk