Speurneuzen
Een onderzoek naar de leermotivatie bij begaafde leerlingen tijdens het onderzoekend lerenSpeurneuzen
Een onderzoek naar de leermotivatie bij begaafde leerlingen tijdens het onderzoekend lerenSamenvatting
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op een kleine, reguliere basisschool in Rotterdam. Uit het signaleringsinstrument ‘(Hoog)begaafdheid In-Zicht’ (Houkema, 2014b) werd door ouders, leerkrachten en leerlingen aangegeven dat er behoefte is aan een uitdagend en stimulerend lesaanbod die een beroep doet op de leerwijze van een begaafde leerling en welke zou leiden tot een vergrote leermotivatie. Uit het theoretisch kader blijkt dat stimulerende activiteiten welke een beroep doen op de leerwijze – het top-down leren – van een begaafde leerling, moeten worden ingezet om tot excelleren te komen (Bosch-Sthijns, 2009; Van Nijnatten, 2015). Daarbij is de invloed van ouders, leerkrachten en ontwikkelingsgelijken groot. Wanneer dit niet of nauwelijks gebeurt, dan zal de leerling zich niet volledig kunnen ontwikkelen (Hoogeveen, Van Hell, Mooij & Verhoeven, 2004; Koenderink, 2012; Van Gerven, 2009). Het onderzoekend leren sluit aan op het top-down leren, de leerlingen zijn bezig met ontwikkelingsgelijken en de leerlingen leren 21e eeuwse vaardigheden te ontwikkelen (Hannink, 2015; Voogt & Roblin, 2010). Bij begaafde leerlingen blijkt dat hun motivatie niet altijd consistent is met hun potentieel. Daarom is het verklaarbaar dat tussen leerlingen grote verschillen bestaan in motieven om te willen leren. Er zijn leerlingen die leren uit vrije wil (de autonome motivatie) en niet uit verplichting (gecontroleerde motivatie). De meest optimale soort is de autonome motivatie (Vansteenkiste, Ryan & Deci, 2008; Vansteenkiste, Sierens, Soenens & Lens, 2007). De probleemstelling en de theorie hebben geleid tot de volgende onderzoeksvraag: Wat is het resultaat van mijn onderwijsaanpak in de vorm van onderzoekend leren voor de autonome leermotivatie in de klas van de begaafde bovenbouwleerlingen van mijn stageschool? Middels een evaluatieonderzoek, waarbij het model van didactische analyse als leidraad heeft gediend, is de gedurende twaalf weken de interventie ‘onderzoekend leren’ ingezet, waaraan dertien mogelijk begaafde bovenbouwleerlingen en twee leerkrachten meededen. De conclusie dat het onderzoekend leren een beroep doet op de basisbehoeften die de autonome motivatie kunnen bevorderen, lijkt gerechtvaardigd. In dit onderzoek is de autonome motivatie in lichte mate gegroeid; het aantal leerlingen dat intrinsiek gemotiveerd is, is toegenomen
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Master Special Educational Needs |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Partner | Fontys Hogescholen |
Jaar | 2016 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |