De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Is differentiëel leren de toekomst? : de invloed van een lesmethode op de prestaties en de self-efficacy van kinderen

Open access

Is differentiëel leren de toekomst? : de invloed van een lesmethode op de prestaties en de self-efficacy van kinderen

Open access

Samenvatting

Het doel van het onderzoek was te bepalen of differentieel leren bruikbaar is voor in de gymles op het basisonderwijs. Hiervoor werden het oefen- en leereffect op het onderdeel radslag naar aanleiding van de differentiële-en de traditionele leermethode met elkaar vergeleken. Vervolgens werd bepaald of de mate van self-efficacy van de leerling afhankelijk is van de gebruikte leermethode. In totaal deden er 108 deelnemers mee aan dit onderzoek. Deze werden verdeeld over een groep die les kreeg volgens de differentiële leermethode en een controlegroep, welke traditioneel leerde. Er is gebruik gemaakt van een pre-post test design met retentietest, waarbij de metingen gefilmd werden en achteraf kwalitatief beoordeeld konden worden. Ook zijn er twee vragenlijsten opgesteld die aan moesten tonen hoe hoog de mate van self-efficacy is op verschillende momenten. Uit de analyse van de gegevens bleek een verschilscore tussen de verschillende meetmomenten (p < 0,001). De post hoc test laat zien dat dit verschil zowel tussen de voormeting en de nameting (MD = 2,37; p < 0,001) als tussen de voormeting en de retentietest (MD = 1,51; p < 0.001) en tussen de nameting en retentietest (MD = -0,85; p=0,006) significant is. Er is echter geen significant verschil gevonden tussen de groep die traditioneel leerde en de groep die differentieel leerde (p = 0,312). Wat betreft de deelvraag toonde een independent sample t-test aan dat er geen verschil is in de mate van self-efficacy tussen de twee lesmethodes. Wel is er een correlatie gevonden tussen de self-efficacy en het behaalde resultaat (r = 0,655; p < 0,001). Hieruit kan geconcludeerd worden dat het voor de verbetering van de beweging in het basisonderwijs niet uitmaakt of er differentieel of traditioneel geleerd wordt.

Toon meer
OrganisatieHogeschool van Amsterdam
OpleidingAcademie voor Lichamelijke Opvoeding
AfdelingBewegen, Sport en Voeding
Jaar2019
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk