Nul faut in dikthee?
Spellingonderwijs aan anderstalige nieuwkomersNul faut in dikthee?
Spellingonderwijs aan anderstalige nieuwkomersSamenvatting
In dit praktijkonderzoek is gezocht naar een antwoord op de vraag: 'Op welke wijze kunnen de leerkrachten van De Taalschool het spellingonderwijs aan de anderstalige nieuwkomer zo realiseren dat het spellingniveau van deze leerling op het moment van uitstroom meer aansluit bij zijn klasgenoten in de ontvangende reguliere basisschool?'. Deze vraag is gesteld omdat het spellingniveau van de leerling die uitstroomt van De Taalschool momenteel niet aansluit bij zijn klasgenoten in de ontvangende reguliere basisschool. Deze leerachterstand bemoeilijkt de uitstroom omdat reguliere scholen leerlingen met een leerachterstand kunnen weigeren.
Uit de literatuur (zie hoofdstuk 2) blijkt dat spellingonderwijs effectief is indien er minimaal vier keer in de week aandacht wordt besteed aan spelling in een heterogene groep van maximaal 16 leerlingen in een frontale opstelling aan de hand van het directe instructiemodel. Aandacht voor alle spellingvoorwaarden en spellingstrategieën door middel van aansluitende instructieprincipes en/of oefenvormen, stimulatie van het spellingbewustzijn en directe informatieve feedback zijn essentiëel bij het leren spellen. De woordbeeldstrategie is het meest efficiënt bij leerlingen met spellingproblemen. Spellingproblemen bij anderstalige nieuwkomers kunnen worden veroorzaakt door o.a. een beperkte woordenschat en beperkte fonologische vaardigheden. Deze factoren kunnen o.a. gecompenseerd worden door veel aandacht te besteden aan de woordenschat en door extra onderwijs in fonologische vaardigheden (o.a. door klankgebaren).
Om vanuit verschillende invalshoeken antwoord te geven op de centrale vraag zijn er onderzoeksinstrumenten ontwikkeld om de leerkrachten en leerlingen van De Taalschool en leerkrachten van de uitstroomscholen te ondervragen (zie hoofdstuk 3). Uit de beschrijving van de respons (zie hoofdstuk 4) blijkt dat de leerkrachten van De Taalschool veel aandacht besteden aan het basisprincipe van het Nederlands - het fonologische principe- en aan de woordbeeldstrategie. Ook blijkt dat er een aantal hiaten zitten in de vakdidactische kennis van de leerkrachten betreffende spelling. De leerlingen vinden dat de leerkracht hen het meeste helpt bij het leren van de Nederlandse spelling. De volgende zaken zijn volgens de leerkrachten van belang bij de uitstroom van de opvangschool naar het reguliere basisonderwijs: Een ontwikkelingsperspectief, een rapport met daarin de stand van zaken op cognitief en sociaal-emotioneel gebied en een warme overdracht. De belangrijkste aanbevelingen van de leerkrachten van De Taalschool en de uitstroomschool met betrekking tot de didactische aanpak voor spellingonderwijs aan zij-instromers zijn: Veel aandacht aan de woordenschat en aandacht aan de Nederlandse klanken (o.a. met klankgebaren).
Spelling is en blijft lastig voor de anderstalige leerling en verdient veel aandacht. Een overzicht voor de leerkrachten met daarin een beschrijving van de spellingvoorwaarden, spellingstrategieën, instructieprincipes en bijpassende oefenvormen wordt daarom aanbevolen (zie hoofdstuk 5). Suggesties voor verder onderzoek hebben betrekking tot de aansluiting van de centrale opvang naar het (reguliere) basisonderwijs. Ook is meer bekendheid over anderstalige nieuwkomers en de eerste opvang van belang.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Partner | De Taalschool het Mozaïek te Utrecht |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |