Onderzoek
Onderzoek
Samenvatting
Dit onderzoek komt voort uit nieuwsgierigheid en een zorg vanuit mijn positie als geestelijk verzorger naar mensen die hun levensbeschouwing niet in termen van geloof in een god beschrijven. D.m.v. interviews met vijf respondenten heb ik geluisterd naar hoe zij ‘de zin van het leven’ benoemen. Zowel de vragen als antwoorden komen voort uit en zijn geduid in het kader van de psychologie, filosofie, theologie. Als ook in de samenleving in klein (bijv. familie) en groter verband (bijv. Nederland) waar we door beïnvloed worden. De taal waaruit wij denken en doen is hierbij een belangrijk gegeven. De filosofie van Foucault laat zien dat bepaalde structuren waarin en waaruit wij leven, maakt hoe we ‘onze’ taal verstaan en uitleggen. De structuren van onze tijd zijn: het individualisme, pluralisme en de secularisatie. Welke op hun beurt weer beïnvloed worden door de nadruk die er ligt in onze samenleving op de ‘rede’, ons verstand. De scheiding die is ontstaan in de 18de eeuw tussen theologie en filosofie heeft, hierop voortbordurend, een verwijding gemaakt tussen theologie en verstand/wetenschap. Zoals o.a. de psychologie. Terwijl een mens met hart, ziel en verstand (lees: filosofie) door het leven gaat en waarin we vanuit de Bijbel, theologie, veelvuldig worden opgeroepen om vanuit deze drie perspectieven te leven.
Dit onderzoek laat vervolgens zien dat er vanuit de theologie een breder/ander kader mogelijk is richting mensen die hun levensbeschouwing niet in termen van geloof in een god benoemen. In kerken/kerkelijke gemeenten en in de onderzoeksvraag ligt de nadruk op ‘geloof’ maar je kunt ook uitgaan van het Bijbelse perspectief van ‘goed en kwaad’. Bovendien is het woord ‘geloof’ op meerdere manieren te interpreteren. ‘Geloof’ wordt ook wel ‘vertrouwen’ genoemd. Vertrouwen in het leven, in onszelf, in de ander en in de wereld om ons heen. Het onderzoek van Hetty Zock laat daarbij zien dat wanneer een mens zich in de kern geraakt voelt, de psychologische zelfontwikkeling en existentiële ontwikkeling niet te scheiden zijn. En een mens heeft een basis van vertrouwen nodig, ‘Basic-trust’ met dank aan de psychologie. Ten diepste een erkenning van wie hij of zij is, welke alleen is te verstaan in de context van zijn of haar verhaal (theologie). Hierbij is de eigen wil een belangrijk gegeven die er zowel in de psychologie als in de theologie mag/moet zijn. Het maakt ons mens. Dit onderzoek heeft mij laten zien wie ik wil zijn als geestelijk verzorger. In eerste instantie vraagt het een openheid richting de ander. Deze openheid heeft me laten zien dat: - mensen die hun levensbeschouwing niet in termen van geloof in een god benoemen, ‘de zin van het leven’ uit dezelfde dingen halen en krijgen als ik, die dat wel doe. - wanneer je het Woord vanuit een ander perspectief leest, n.l. die van goed en kwaad er een openheid ontstaat. Evenals door zijn Naam, zoals G’d zelf genoemd wil worden: ‘Ik ben die Ik ben’(..) Ik ben die er zijn zal’ (..) ‘De G’d van Abraham, Izaäk en Jacob.’ Deze Naam is Heilig. Wij mogen zijn Naam niet beperken in al ons spreken over G’d. Deze Naam gaat in elke Bijbeltekst en in het leven voor ons uit. Dit betekent tegelijkertijd dat wij elkaar als beelddragers van G’d niet kunnen vastleggen in een beeld. Een mens is altijd meer, meer dan zijn/haar problemen en/of talenten. - onze taal tekort schiet. Door de nadruk op de rede is er minder ruimte voor het mythische. Ook de ontkenning dat we in een gebroken wereld leven, zorgt voor een onrealistische kijk op de werkelijkheid. We hebben de duivel ‘weggedaan’, maar dan zit het ‘kwaad’ alleen nog maar in onszelf, of we leggen het kwaad bij G’d neer, want Hij is immers almachtig. Maar als G’d voor ons een overstijgende G’d is in de liefde en het recht, dan staat daar tegenover dat haat en onrecht een ons overstijgende macht van het kwaad kan zijn.
Voor de beroepspraktijk kan dit onderzoek een bijdrage leveren aan het besef dat mensen die hun levensbeschouwing niet in termen van geloof in een god beschrijven, ‘de zin van het leven’ uit liefde en het recht halen, net als ‘gelovigen’. Het laat ons zien dat G’d groter is dan de traditie, al blijft deze van belang. Hij is de Liefde en het Recht zelf, zowel binnen als buiten de traditie. Overal waar Liefde en Recht wonen daar is G’d. In zijn Naam kunnen geestelijk verzorgers met hart, ziel en verstand, erkenning geven aan de mens en zijn verhaal. Hen laten spiegelen aan de liefde en het recht en zo hun verhaal helpen duiden. Waarbij het ‘verstaan’ van het Woord een prachtig vergezicht geeft op ‘het goede’, en daarbij laat zien wat ‘het kwaad’ is. Het vraagt om een alertheid om zijn Naam niet vast te leggen. Het is een levend Woord, altijd in beweging met een kloppend hart van liefde en gerechtigheid met een openheid naar de toekomst. Waarbij in de uitleg van Bijbelteksten, wil je de openheid en ruimte daarvan behouden en tevens rechtdoen aan de eigen wil, je niet uitgaat van de norm maar van de waarden van de Bijbelverhalen. Willen we dat levende Woord interpreteren, dan is het belangrijk om weet te hebben van de tijdsgeest waarin we leven. Om samen te werken met filosofen, psychologen en natuurwetenschappers, maar waarin we zijn Naam vooruit laten gaan. En om aan te sluiten bij het goede dat er al is in onze samenleving. Ruimte bieden, oog hebben voor en woorden geven aan het wonderbaarlijke en tegelijkertijd het gewone van het leven het levensverhaal en de Bijbelverhalen. Daarbij leven we in een wereld met kwaad en lijden. Er gaan dingen buiten onze macht om, positief en negatief, waar we niet of nauwelijks invloed op kunnen uitoefenen en waar in onze taal geen ruimte (meer) voor lijkt te zijn. Het vraagt dat we inzien dat taal tekort kan schieten, dat er soms geen antwoorden zijn en dat we erkennen dat we niet in het paradijs wonen. Om vandaaruit op te kunnen klimmen, door het kwaad en lijden heen, naar het leven.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Opleiding | Godsdienst-Pastoraal Werk |
Afdeling | Domein Bewegen en Educatie |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |