Samenvatting

Agressieproblematiek is veel voorkomend bij mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB). Psychomotorische therapie (PMT) wordt vaak ingezet en lijkt goed te werken bij de behandeling van mensen met een LVB met agressieproblematiek maar er is nog geen consensus over wat er dan juist moet gebeuren.

Via een Delphi- methode is er in dit onderzoek de eerste inventarisatieronde afgenomen onder tien psychomotorisch therapeuten die werkzaam zijn binnen de doelgroep van mensen met een LVB met agressieproblematiek.

Onderwerpen die tijdens deze vragenlijst aan bod komen zijn: randvoorwaarden, thema’s, specifieke aangrijpingspunten, vermeende en beoogde veranderingen en succesvolle arrangementen voor een module PMT gericht op agressieproblematiek bij mensen met een LVB.

Er blijkt dat er nog geen consensus is over welke oefen- of bewegingsvormen er in de behandeling van mensen met een LVB met agressieproblematiek zouden moeten zitten. Maar wel is er duidelijk dat het ervaringsgerichte werken binnen PMT goed aansluit bij de doelgroep volgens het expertisepanel. Daarbij is er ook een duidelijke meerderheid die aangeeft dat het aangrijpingspunt voor de PMT het herkennen van (spanningsgerelateerde) lichaamsignalen is.

Verschillende thema’s zijn naar voren gekomen zoals; herkennen van triggers, herkennen van lichaamssignalen, herkennen van emoties en het kunnen toepassen van coping vaardigheden. Hierbij werd aangegeven dat het niet bij alle thema’s zo is dat dit alleen maar door een psychomotorisch therapeut gedaan kan worden, maar dat dit mogelijk ook door andere behandelaren met expertise met betrekking tot deze doelgroep en problematiek gedaan kan worden. Toch zit dit ook in het arsenaal van de psychomotorisch therapeuten.

Een tweede en derde vragenronde (volgens de Delphi-methode) zal nodig zijn om tot consensus te komen onder meerdere psychomotorisch therapeuten. Van hieruit kan een PMT-module beschreven en uitgewerkt worden, waar effectonderzoek naar gedaan kan worden.