Het ei van de Dodobird : de meerwaarde van generieke aspecten in de psychomotorische behandeling van depressieve patiënten
Het ei van de Dodobird : de meerwaarde van generieke aspecten in de psychomotorische behandeling van depressieve patiënten
Samenvatting
Omdat alle dieren nat waren geworden in het meer van tranen dat Alice had geschreid, organiseerde de Dodo een hardloopwedstrijd. De deelnemers werden her en der langs een parcours geplaatst. Ze mochten beginnen met rennen wanneer ze daar zin in hadden en ze mochten ook stoppen wanneer ze dat wilden. Na een half uur was iedereen weer droog en riep de Dodo dat de race was afgelopen. Maar wie had er nu gewonnen? De Dodo dacht daar lang over na en sprak toen: `Everybody has won, and all must have prizes.'
(Nanninga, Skepter 16(2), juni 2003)
Als beginnend psychomotorisch therapeut is het eerste contact met de beroepspraktijk van de geestelijke gezondheidszorg een grote tegenstelling met de praktijk die de opleiding PMT simuleert.
Waar het binnen de opleiding nog draait om het ontwerpen, arrangeren en aanbieden van activiteiten en het leren reflecteren op het eigen handelen, draait de beroepspraktijk (van de GGZ) om evidentie en efficiëntie.
De verzekeraars hebben het voor het zeggen binnen de zorg, zij bepalen middels protocollen en zorgprogrammering de benodigde zorg voor de patiënt. Daardoor is de therapeut meer bezig met het invullen en registreren van zorgcontacten via DBC's dan dat hij daadwerkelijk de patiënten behandelt.
Binnen de protocollen zijn de tijdsduur en het aantal sessies al vastgelegd zodat de zorgverzekeraar vooraf weet hoeveel het behandelpakket van deze gediagnosticeerde patiënt kosten mag.
Hiermee wordt al duidelijk dat het belang van de zorgverzekeraar boven het belang van de individuele en patiënt-specifieke zorg staat. Generieke factoren; die geruststelling en vertrouwen kunnen genereren in intermenselijk contact zijn hierdoor op het tweede plan komen te staan.
Frans R. Veldman schrijft in de inleiding van zijn boek "in contact zijn": "
zorgverlening is niet meer flexibel en op maat en sluit nauwelijks aan bij de hulpvraag. Door deze ontwikkeling zit de hulpverlening in een negatieve spiraal waarbij we ons verliezen in ons streven naar effectief protocollair handelen, terwijl een menselijke hulpverlening niet optimaal mogelijk is of zelfs onvoldoende blijft
"
Door bovenstaande bevindingen wil ik persoonlijk graag verder onderzoeken welke generieke factoren van positieve invloed zijn op de behandeling. Uit meerdere onderzoeken (Luborsky 1975)blijkt dat er geconcludeerd kan worden dat alle therapieën even effectief zijn. Luborsky constateert dat alle therapieën gemeenschappelijke factoren hebben, zoals;
tijd, aandacht, methodiek, behandeldoelen.. Binnen de psychologie wordt dit het "The Dodobird verdict" genoemd. Deze naam is ontstaan doordat Saul Rosenzweig in 1936 een artikel over dit onderwerp schreef en belang van de individuele en patiënt-specifieke zorg staat. Generieke factoren; die geruststelling en vertrouwen kunnen genereren in intermenselijk contact zijn hierdoor op het tweede plan komen te staan.
Frans R. Veldman schrijft in de inleiding van zijn boek "in contact zijn": "
zorgverlening is niet meer flexibel en op maat en sluit nauwelijks aan bij de hulpvraag. Door deze ontwikkeling zit de hulpverlening in een negatieve spiraal waarbij we ons verliezen in ons streven naar effectief protocollair handelen, terwijl een menselijke hulpverlening niet optimaal mogelijk is of zelfs onvoldoende blijft
"
Door bovenstaande bevindingen wil ik persoonlijk graag verder onderzoeken welke generieke factoren van positieve invloed zijn op de behandeling. Uit meerdere onderzoeken (Luborsky 1975)blijkt dat er geconcludeerd kan worden dat alle therapieën even effectief zijn. Luborsky constateert dat alle therapieën gemeenschappelijke factoren hebben, zoals;
tijd, aandacht, methodiek, behandeldoelen.. Binnen de psychologie wordt dit het "The Dodobird verdict" genoemd. Deze naam is ontstaan doordat Saul Rosenzweig in 1936 een artikel over dit onderwerp schreef en daarboven een zin uit het boek Alice in Wonderland van Lewis Caroll plaatste.
In mijn afstudeerscriptie beschrijf ik aan de hand van een casus van een depressieve man:
HS 2. de diagnostiek en het ziektebeeld.
HS 3. stromingen in de psychologie en hun specifieke visie op depressie.
HS 4. behandelmethodieken bij depressie.
HS 5. Monistische en eclectische therapiemogelijkheden.
HS 6. Generieke factoren bij de behandeling van depressie.
HS 7. Conclusie
Ik ben daarom ook tot de volgende vraagstelling gekomen:
Als alle (behandel)methodieken equivalent zijn, welke aspecten kunnen dan de meerwaarde bepalen in het positieve effect van de therapie bij depressieve mensen.
Ik wil in deze afstudeerscriptie op zoek gaan naar de meerwaarde van generieke aspecten van therapeutische interventies die minder op gebied van kennis en vaardigheid met betrekking tot methodieken liggen, maar meer op attitude aspecten. Gerelateerd aan bejegening, wederkerigheid, respect en intermenselijk contact.
Mijn doel hiermee pas afgestudeerde therapeuten, ervaren therapeuten en andere belangstellenden te laten nadenken over de verzakelijking van de zorg en het "zijn"van de therapeut.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Human Movement & Sports |
Partner | GGZ Friesland |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |