Psychomotorisch therapeutische observatie voor algemene diagnostiek in de volwassenenpsychiatrie
Psychomotorisch therapeutische observatie voor algemene diagnostiek in de volwassenenpsychiatrie
Samenvatting
De behoefte aan en het ontbreken van een gevalideerde psychomotorische (PMT) observatielijst,
gericht op algemene diagnostiek in de volwassenenpsychiatrie, hebben geleid tot dit
onderzoek en tot de constructie van een dergelijke lijst. De volgende vragen hebben hierbij
centraal gestaan: Welke PMT-observatie-items zijn relevant om te kunnen komen tot psychomotorisch
therapeutische diagnostiek? En: is er een koppeling te maken tussen deze
observatie-items en de drie psychische functies; de Trias Psychica, uit het psychiatrisch
onderzoek (Hengeveld et al., 2007, pag.21-22)?
Op basis van bestaande literatuur is een conceptlijst opgesteld, waarbij de observatieitems zijn
ingedeeld volgens de, door PMT-ers vaak gebruikte LECS-ordening (Hekking)1, waarbinnen
lichamelijke, emotionele, cognitieve en sociale gedragsmanifestaties worden onderscheiden.
Deze clustering is aangehouden ten einde een overzichtelijke, hanteerbare, lijst te creëren,
waarbinnen alle aspecten van gedrag naar voren komen.
Middels de Delphi-methode (Baarda et al., 2007, pag. 238), is met behulp van een panel van
werkveldexperts een consensus bereikt over inhoud van een PMT-observatielijst. Dit directe
onderzoeksresultaat bestaat uit 66 items, die door meer dan 75% van het expertpanel, relevant
zijn bevonden. De indeling van de items in de verschillende LECS-gebieden is ook ter
discussie gesteld en is op basis van een consensus vanuit één expertpanelronde, voorlopig
gehandhaafd, maar behoeft nog nader onderzoek in de toekomst.
Vervolgens zijn op eigen geleide de consensus-based observatie-items, schematisch
gekoppeld aan de Trias Psychica (Hengeveld et al., 2007, pag.21-22). Dit schema dient nog
nader te worden onderzocht, maar vanuit de vergelijking en koppeling tussen de LECS en de
Trias Psychica, kunnen wel een aantal voorlopige conclusies worden getrokken. Duidelijk
wordt welk verband er mogelijk bestaat tussen gedragsmanifestaties in de zaal en de
psychische functies. Middels de koppeling, kan preciezer en eenduidiger betekenis worden
verleend aan het geobserveerde gedrag en kunnen PMT-observaties aansluiten bij de inhoud
en terminologie van de Trias Psychica (Hengeveld et al., 2007, pag.21-22), waardoor
multidisciplinair overleg eenvoudiger en succesvoller kan worden.
De grootste meerwaarde van psychomotorische observatie, gebruikmakende van de LECSlijst,
ten opzichte van het Trias Psychica (Hengeveld et al., 2007, pag.21-22), ligt in de
contextgebondenheid van de observaties. Wanneer vervolgens in interpretaties, conclusies en
hypotheses de LECS-Trias-Psychica-koppeling wordt gemaakt, levert dit een gecontextualiseerd
beeld op van de psychiatrische problematiek van de patiënt, met aanvullend een
bredere blik op lichamelijk en sociaal functioneren. Dit kan leiden tot concretere handvatten voor behandeling.
Op basis van de onderzoeksresultaten en de hier uit voortvloeiende aanbevelingen, kan
worden geconcludeerd dat de LECS-lijst nog verder is aan te scherpen wat betreft
hanteerbaarheid in de praktijk, maar ook dat psychomotorische observatie in de algemene
volwassenenpsychiatrie een terrein is waarbinnen nog veel te onderzoeken is.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Human Movement & Sports |
Jaar | 2010 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |