De betrouwbaarheid van het rioleringsmodel in relatie tot het effect van extreme neerslag
Een studie naar de werking van het rioolsysteem bij diverse neerslagscenario’s en modellering van onverhard oppervlakDe betrouwbaarheid van het rioleringsmodel in relatie tot het effect van extreme neerslag
Een studie naar de werking van het rioolsysteem bij diverse neerslagscenario’s en modellering van onverhard oppervlakSamenvatting
De gemeente Tholen onderzoekt effecten van kortdurende extreme neerslag. In relatie tot de uit te voeren klimaatstresstest wil de gemeente weten wat het effect is van extreme neerslaghoeveelheden op de werking van het geactualiseerde hydraulische rioleringsmodel en daarmee op het uiteindelijke rioolsysteem zelf. Hierbij gaat het om gestandaardiseerde neerslagintensiteiten van 70 & 90 mm/uur en een werkelijk gevallen bui ‘Tholen’ met een gemiddelde intensiteit van 67 mm/uur. Dit is binnen dit onderzoek toegepast als pilot op één kern binnen de gemeente, genaamd Sint Philipsland.
De hoofddoelstelling van dit onderzoek is om meer inzicht te verkrijgen in de werking van de hydraulische modellering van het rioolsysteem tijdens extreme neerslag. De hoofdvraag binnen dit onderzoek luidt als volgt: ‘’Wat is het effect van extreme neerslag (klimaatextremen) op het berekende functioneren van het geactualiseerde rioleringsmodel?’’
Voor het modelleren van de extreme neerslag was het noodzakelijk om het Basisrioleringsplan te actualiseren. Door ontwikkelingen in de openbare ruimte en het rioolsysteem zelf zijn gegevens veranderd. Vanuit de actualisatie kwam naar voren dat een toename in het verhard oppervlak zorgt voor een zwaardere hydraulische en milieutechnische belasting.
In relatie tot de extreme neerslag wordt bij 90 mm/uur de meeste hoeveelheid water op straat berekend. Tussen 70 mm/uur en bui ‘Tholen’ worden geen grote verschillen berekend. Er wordt wel geconstateerd dat er geen nieuwe knelpunten ontstaan, wanneer de neerslagintensiteit stijgt. De bestaande situaties verergeren alleen. Daarnaast zijn gevoeligheidsanalyses uitgevoerd om het effect van onverhard oppervlak tijdens extreme neerslag te bepalen. Een stijging (25 % en 50 %) in de hoeveelheid onverhard oppervlak t.o.v. de bepaalde hoeveelheid, resulteert in een lichte toename in de afvoer via het maaiveld richting het rioolsysteem. Een verandering in de infiltratiecapaciteit (2 & 5 & 467 mm/uur) heeft een grotere impact op de afstroom, aangezien er bij een hogere infiltratiecapaciteit (467 mm/uur) geen water meer afstroomt richting het rioolsysteem. Het is dus belangrijk om tijdens hydraulische modellering de impact van het onverhard oppervlak goed te analyseren.
Uiteindelijk zijn 3 knelpunten binnen het rioolsysteem geconstateerd waarvoor optimalisatie -maatregelen zijn opgesteld. Dit in de vorm van afvoer via het maaiveld in de Nijverheidsweg als oplossing voor knelpunt 1. De aanleg van een regenwaterstelsel in de wijk gelegen ten oosten van de Oostdijk + de vergroting van de afvoerleiding in de Emmastraat + de koppeling met het gemengde rioolstelsel in de Deensestraat ter bestrijding van knelpunt 2. Als laatste is er voor het derde knelpunt een nieuw bergbezinkriool ontworpen in de Zuiddijk. Deze maatregelen zijn allemaal hydraulisch getest zodat de effectiviteit aangetoond kan worden.
De resultaten geven als antwoord op de hoofdvraag dat de actualisatie zorgt voor een extra hydraulische en milieutechnische belasting op het rioolsysteem. Ook zorgt extreme neerslag (klimaatextremen) ervoor dat er meer water op straat wordt berekend en extra knelpunten binnen het rioolsysteem naar voren komen. Daarnaast zorgt een hogere neerslagintensiteit afhankelijk van de infiltratiecapaciteit voor (meer) afstroom van onverhard oppervlak via het maaiveld richting het rioolsysteem.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Watermanagement/ Aquatische Ecotechnologie |
Afdeling | Domein Technology, Water & Environment |
Partner | Gemeente Tholen, Tholen |
Datum | 2019-08-27 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |