Gewichtige zaken
Een praktijkgericht onderzoek naar gewichtstoename ten gevolge van de behandeling bij borstkankerGewichtige zaken
Een praktijkgericht onderzoek naar gewichtstoename ten gevolge van de behandeling bij borstkankerSamenvatting
Aanleiding: Gewichtstoename is een ongewenste en onderbelichte bijwerking van (neo-) adjuvante chemotherapie bij de behandeling van borstkanker. De doelstelling van dit onderzoek is inzicht krijgen in gewichtstoename bij prémenopauzale borstkankerpatiënten die (neo-) adjuvante chemotherapie ondergaan in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis, de behoefte aan informatie hierover en de manier waarop deze informatie het beste gegeven kan worden.
Methode: Er is kwantitatief onderzoek verricht door middel van een survey. Alle borstkankerpatiënten vanaf het geboortejaar 1962 die (neo-) adjuvante chemotherapie ondergingen in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in de periode van 1 januari 2015 tot 1 februari 2017 (N=62) kregen een schriftelijke enquête toegestuurd. Er werden 44 enquêtes ingevuld (respons=70%), zes werden geëxcludeerd op basis van postmenopauzale status bij diagnose. De enquête is door de onderzoeker samengesteld, anoniem en gebaseerd op literatuuronderzoek. De enquête bestond uit negentien vragen en meningen. Meningen werden gevraagd door Likertschalen toe te passen. De antwoordmogelijkheden waren ‘helemaal mee eens’, ‘mee eens’, ‘mee oneens’ en ‘helemaal mee oneens’. De gegevens werden geanalyseerd met behulp van het programma SPSS.
Resultaten: De onderzoekspopulatie omvatte 38 respondenten. Het gewicht nam bij 27 (71%) respondenten toe. De gemiddelde gewichtstoename was 5,8 kilo (SD = 11,1). Bij aanvang van diagnose hadden 23 respondenten (61%) een gezond gewicht (BMI 18,5-25), na afloop van de behandeling hadden zestien respondenten (42%) een gezond gewicht. Eenentwintig respondenten (55%) waren geïnformeerd over de kans op gewichtstoename, bij veertien respondenten nam het gewicht toe. Zeventien respondenten (44%)waren niet geïnformeerd, bij dertien respondenten nam het gewicht toe. Zevenendertig respondenten (97%) vonden dat er informatie gegeven zou moeten worden over de kans op gewichtstoename, waarbij 37 (97%) en 35 (90%) respondenten van menig waren dat deze informatie door de oncologieverpleegkundige respectievelijk door de verpleegkundig specialist gegeven moet worden. De informatie moet voorafgaand aan de kuur gegeven worden en herhaald worden vonden 37 (97%) respondenten. Alle respondenten waren van menig dat de informatie zowel schriftelijk als mondeling gegeven moet worden.
Discussie: De mate van gewichtstoename en de informatiebehoefte bij borstkankerpatiënten komt overeen met de literatuur. De onderzoekspopulatie is klein, dit is van invloed op de externe validiteit, de uitkomsten zijn alleen van toepassing op deze groep. De uitkomsten van dit onderzoek zijn bruikbaar voor de verpleegkundige beroepspraktijk binnen de oncologische zorg in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis.
Conclusie en aanbevelingen: In dit onderzoek komt de meerderheid aan, borstkankerpatiënten hebben veel behoefte aan zowel mondelinge als schriftelijke informatie over de kans op gewichtstoename en de gezondheidsrisico’s die dat met zich meebrengt. Informatie hierover moet een vaste plaats krijgen in de voorlichting, afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt. Er wordt aanbevolen meer onderzoek te doen naar dit onderwerp bij een grote populatie. Oncologieverpleegkundigen moeten worden geschoold over dit onderwerp
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Verpleegkunde |
Afdeling | Domein Health, Education & Wellbeing |
Partner | Admiraal De Ruyter Ziekenhuis |
Datum | 2017-06-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |