De Nieuwe Lochemsebrug
De Nieuwe Lochemsebrug
Samenvatting
Tijdens een routinematige inspectie van de Hollandse Brug bij Almere in 2007 bleek dat er scheurtjes in het beton aanwezig waren. Na aanvullend onderzoek bleek dat de brug niet meer aan de huidige veiligheids- en kwaliteitseisen voldoet.
Rijkswaterstaat is daarom begonnen met een grootschalige inspectie van ruim 2000 soortgelijke bruggen in Nederland die in dezelfde periode zijn gebouwd. Onder deze inspectie vielen ook de 31 bruggen over het Twentekanaal. Hieruit volgde de conclusie dat 15 van deze bruggen niet sterk genoeg zijn om de huidige verkeersbelastingen aan te kunnen.
Eén van deze bruggen is de Lochemse brug bij Lochem. Deze vakwerkbrug, die stamt uit 1932, is één van de twee bruggen over het kanaal waarbij de problemen het duidelijkst aanwezig zijn. Het dek van deze brug is in de Tweede Wereldoorlog opgeblazen en in 1947 herbouwd. Rijkswaterstaat heeft als eigenaar de beheerder van de brug, de gemeente Lochem, geadviseerd beperkingen toe te passen om zijn levensduur uit te dienen en er voor te zorgen dat de brug niet voortijdig zal bezwijken. De maatregelen van de gemeente Lochem zijn een maximale aslast- en totaallastbeperking in combinatie met het doseren van het verkeer door middel van verkeerslichten. Dit zorgt er voor dat zwaar vrachtverkeer om moet rijden door de stadskern van Lochem en dat het overige verkeer vertragingen oploopt door de verkeerslichten.
Aan de afstudeerders de opdracht om een sterkte-zwakteanalyse van de bestaande brug te maken en een economisch zo voordelig mogelijke oplossing te bedenken. Uit toetsing van de huidige brug is gebleken dat de landhoofden, op de oplegnokken waar het vakwerk-brugdek op rust na, nog in zeer goede conditie is en nog prima gebruikt kan worden gedurende een referentieperiode van 100 jaar. Het vakwerk is echter in minder goede staat. Bij toetsing van het dek blijkt de momentcapaciteit van de langsliggers en de dwarsdragers onvoldoende. Ook de bovenregel van het vakwerk blijkt bij de kniktoets niet te voldoen. Daarnaast voldoet het betonnen brugdek ruimschoots niet meer aan de gewenste verkeersklasse van 60 ton. De toetsingen zijn allemaal uitgevoerd op basis van de Eurocodes. De regel is dat bestaande constructie-elementen gebouwd vóór 2003 met een gereduceerde veiligheid mogen worden getoetst. Het nieuwe brugdek is met veiligheidsfactoren getoetst met een referentieperiode van 100 jaar en in gevolgklasse 3.
Het advies dat wordt gegeven is om het brugdek volledig te vervangen en de landhoofden te hergebruiken. Dit levert kostentechnisch een grote besparing op ten opzichte van een nieuwe brug. Na onderzoek waarbij alle belangrijke aspecten zijn meegenomen is een goede variant het toepassen van voorgespannen kokerliggers. Een groot voordeel van geprefabriceerde constructies is dat de bouwtijd kort is en het verkeer dus maar een korte periode volledig gestremd is. Tevens voorziet deze oplossing in de wens een (grotere) doorvaarthoogte van 7,00 m te behalen zodat er in de toekomst 3-laagscontainervaart mogelijk is. Aan het landhoofd moet enkel de oplegging worden veranderd: de oplegnokken met een deel van de vleugelwand tot aan de verticaal staande wand van het landhoofd worden verwijderd. Voor deze bestaande wand wordt een nieuwe betonwand tegen het landhoofd aan gestort, waarop de kokerliggers worden gelegd. Hierbij wordt de overspanning vergroot van 42 meter naar circa 47 meter.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Civiele Techniek |
Afdeling | Gebouwde Omgeving |
Partner | Roekel, R&R, Van Roekel & Van Roekel, ingenieursbureau voor civiele techniek |
Datum | 2014-02-13 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |