Woordvoering in het veranderende medialandschap
Woordvoering in het veranderende medialandschap
Samenvatting
De opdrachtgever van dit onderzoek is X en het probleem speelt zich af op de afdeling Media Relaties. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de communicatie naar en de relaties met de media. Het probleem van X speelt zich in het medialandschap dat verandert door de digitalisering. Het ontbreekt de opdrachtgever aan kennis over de manier waarop deze media boodschappen verwerken in dat nieuwe medialandschap. De situatieschets toont deze veranderingen ook en geeft inzicht in de huidige situatie en omgeving.
Het vraagstuk resulteert in de volgende probleemstelling: hoe verwerkt de doelgroep in het nieuwe medialandschap een boodschap in opdracht van X? Dit rapport heeft als doel om inzicht te geven in de manier waarop de opdrachtgever de influencers en journalisten kan beïnvloeden. De viertal deelvragen over de motivatie, het vermogen, de cognitieve verwerking en de verandering maken het beantwoorden van de probleemstelling en het behalen van de doelstelling mogelijk.
De theoretisch onderbouwing bestaat uit de Social Judgement Theory, het information-processing model, de theory of reasoned action, het Heuristic-Systematic model of persuasion en het Elaboration likelihood Model. Dit laatste model vorm het conceptuele model. Aan de hand daarvan zijn drie hypothesen opgesteld. Met behulp van het conceptuele model onderzoekt dit rapport de vier deelvragen aan de hand van twaalf telefonische halfgestructureerde interviews van gemiddeld 35 minuten. De selectie voor de doelgroep verloopt doelgericht en select.
Uit de resultaten blijkt dat de doelgroep de motivatie heeft om een boodschap te verwerken. De groep beoordeelt een boodschap op inhoud en neemt deze weloverwogen tot zich. Daarnaast heeft de doelgroep het vermogen voor het verwerken van een boodschap. De groep heeft kennis van het onderwerp en neemt actief deel aan het proces. Ten derde blijkt dat de doelgroep een gunstige cognitieve aard van verwerking heeft. De doelgroep reageert ten slotte positief op veranderingen en het opnemen van de nieuwe kennis. Het onderzoek neemt één hypothese aan en verwerpt de overige twee niet, maar neemt deze ook niet aan.
Op basis van bovenstaande resultaten concludeert dit onderzoek dat de doelgroep een boodschap centraal verwerkt. Het antwoord op de probleemstelling luidt daarom dat de doelgroep de centrale route volgt. De inhoud is voor de doelgroep het belangrijkste en perifere signalen vormen onderweg een extra stimulans, zoals het gebruik van beeldmateriaal. In de discussie bekijkt dit rapport de resultaten en de methode nogmaals en geeft handvatten voor een eventueel herhaalonderzoek.
Dit onderzoek doet de volgende acht aanbevelingen om de doelgroep te beïnvloeden: een vervolgonderzoek, betrekken van traditionele media, compleet pakket bieden, het bedrijf een gezicht geven, integreren van video, inzetten van eigen kanalen en content en gebruikmaken van beïnvloedingsprincipes en de kennis over de soort nieuwsconsumenten. Deze aanbevelingen zijn de basis voor het implementatieplan. Dit plan toont een planning in verschillende fases en adviseert om een junior woordvoerder aan te nemen. Dit rapport maakt de implementatie compleet door het opstellen van een contentplanning en een toolkit. Dit zijn de handvatten om de aanbevelingen uit te voeren.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | Communicatie |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | X |
Datum | 2017-08-04 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |