De schriftelijke aanwijzing
De vreemde eend in de bijt binnen het civiele jeugdrechtDe schriftelijke aanwijzing
De vreemde eend in de bijt binnen het civiele jeugdrechtSamenvatting
In opdracht van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, afdeling familie en jeugd heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de schriftelijke aanwijzing.
Dit is een middel dat door een jeugdbeschermer ingezet kan worden in het kader van een ondertoezichtstelling. De schriftelijke aanwijzing is juridisch gezien een vreemde eend in de bijt. De ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing zijn civielrechtelijke figuren, maar de schriftelijke aanwijzing wordt geregeld door het bestuursrecht. De kinderrechter verklaart de schriftelijke aanwijzing in sommige gevallen op formele gronden vervallen omdat deze niet voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hierdoor komt de kinderrechter niet meer toe aan de inhoudelijke behandeling. Indien de ouders het wederom niet eens zijn met de schriftelijke aanwijzing, kan opnieuw bezwaar worden gemaakt en kan opnieuw aan de kinderrechter worden gevraagd deze vervallen te verklaren. Daargelaten dat deze procedure veel tijd kost, is dit ook niet bevorderlijk voor de verhoudingen tussen de ouders, de minderjarige en de jeugdbeschermers. Daarnaast dient er twee keer zittingsruimte ingepland te worden voor feitelijk dezelfde zaak.
Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen aan welke algemene beginselen van behoorlijk bestuur de schriftelijke aanwijzing vaak niet voldoet en in welke gevallen deze dientengevolge vervallen wordt verklaard. Dit zodat de rechtbank de GI’s (gecertificeerde instellingen) kan attenderen op de punten waar zij op moeten letten bij de schriftelijke aanwijzing
Er wordt aanbevolen om de jeugdbeschermers duidelijk te informeren over de bestuursrechtelijke toets die plaatsvindt bij de schriftelijke aanwijzing. Daarbij kan er gebruik gemaakt worden van voorbeelden, zodat het voor de jeugdbeschermers duidelijk is waaraan de schriftelijke aanwijzing minimaal dient te voldoen. Zo moet de jeugdbeschermer meer dan één argument opnemen in de schriftelijke aanwijzing waarom deze wordt gegeven en mag dit geen algemeen argument zijn. Daarnaast heeft de jeugdbeschermer een inspanningsverplichting om de betrokkenen hun zienswijzen naar voren te laten brengen. De jeugdbeschermer moet meerdere malen trachten contact te krijgen met de ouders, en inden er sprake is van een advocaat, via de advocaat contact te krijgen. Het wordt aanbevolen, indien dit mogelijk is bij de GI’s, de vooraankondigingen van de schriftelijke aanwijzingen voor te leggen aan de juristen van de GI’s.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Rechtbank Noord-Holland |
Datum | 2018-06-13 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |