Oefentherapie na een stabiliserende schouderoperatie
Oefentherapie na een stabiliserende schouderoperatie
Samenvatting
Aanleiding Instabiliteit van het glenohumerale (GH)-gewricht is een veelvoorkomende blessure bij jonge, actieve sporters. De gegenereerde prevalentie van GH-instabiliteit is 0.12 per 1000 sportmomenten. Een gevolg van instabiliteit van het GH-gewricht kan luxatie zijn. Bij anterieure schouderluxatie komt het in veel gevallen voor dat het anterieure labrum en kapsel ook beschadigen (labrumlaesie). Bij de behandeling door middel van een conservatief beleid wordt bij meer dan 70% terugkerende instabiliteitklachten waargenomen. Mede hierdoor pleiten chirurgen vaak voor een operatieve ingreep. De meest voorkomende operaties om deze instabiliteit op te lossen zijn de Bankart en de Latarjet operatie. Het revalidatietraject na deze operaties, waarin de dynamische schouderstabiliteit en de sensomotorische functies worden hersteld, zijn essentieel om recidiverende instabiliteit te voorkomen. Het Schoudernetwerk Nederland heeft de revalidatie van deze patiënten middels een protocol beschreven. Dit protocol is door gebrek aan literatuur en op basis van consensus tot stand gekomen, waarbij de keuze voor oefentherapie slechts schaars is beschreven. Recentelijk zijn er meerdere reviews verschenen over het postoperatieve traject na een stabiliserende schouderoperatie, maar hier is nog geen overzicht van. Het doel van dit onderzoek is om een overzicht te krijgen van welke oefentherapie belangrijk is om de range of motion (ROM), kracht en stabiliteit zo effectief mogelijk te verbeteren. Methode Een literatuurstudie is uitgevoerd waarbij is gezocht in de online databases Pubmed, Google Scholar en de Cochrane Library. Door middel van een systematische zoekactie is gezocht naar reviews of richtlijnen vanaf het jaar 2010, waar het revalidatieproces na een Bankart of Latarjet operatie is beschreven. Deze zoekactie heeft acht reviews en een richtlijn opgeleverd. De gevonden reviews zijn beoordeeld op kwaliteit door middel van de AMSTAR 2-beoordelingslijst. Om een uitspraak te doen over de kwaliteit van de gevonden richtlijn, is de literatuur geraadpleegd naar beoordelingen door de AGREE II-beoordelingslijst.
Resultaten Uit de resultaten van deze literatuurstudie blijkt dat er geen eenduidig antwoord of oefenprogramma bestaat om de ROM, kracht en stabiliteit zo effectief mogelijk te verbeteren. In de eerste en tweede fase is het met name belangrijk om ROM- en krachtoefeningen uit te voeren binnen de aangegeven restricties. De derde fase bestaat uit patiënt specifieke revalidatie. Hierbij worden oefeningen voor de gehele kinetische keten, met als doel, terugkeer in de sport ingezet. Tijd, ROM, kracht en functionele testen als de closed kinetic chain upper extremity stability, unilateral seated shot put test en de upper quater Y balance test kunnen als criteria worden gebruikt om de status van de patiënt in beeld te brengen. Deze criteria kunnen echter geen voorspelling doen over de kans op een wel of niet succesvolle terugkeer in de sport, of de kans op recidiverende klachten.
Conclusie In de afgelopen jaren zijn er meerdere reviews over de revalidatie na een Bankart of Latarjet operatie beschreven, maar deze zijn van ‘kritisch lage kwaliteit’. Zowel op het gebied van oefentherapie als de return to play criteria zullen randomised clinical trials uitgevoerd moeten worden om fysiotherapeuten te ondersteunen in hun keuzes tijdens de postoperatieve revalidatie.
Samenvatting ook in het Engels
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Academie voor Gezondheidsstudies |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |