Interdisciplinaire samenwerking in het middelbaar beroepsonderwijs
Een kwalitatief onderzoek naar de interdisciplinaire samenwerking tussen verpleegkunde- en technicus engineering studentenInterdisciplinaire samenwerking in het middelbaar beroepsonderwijs
Een kwalitatief onderzoek naar de interdisciplinaire samenwerking tussen verpleegkunde- en technicus engineering studentenSamenvatting
Inleiding: Ondanks vele modellen en theorieën over interdisciplinaire samenwerking, wordt er weinig tot geen les gegeven hierover in het onderwijs. Omdat het ook niet vanzelfsprekend is dat studenten van verschillende opleidingen met elkaar leren samenwerken, is het Noorderpoort een pilot interdisciplinaire samenwerking gestart. Het doel van deze pilot is het uitproberen van nieuwe manieren van leren en elkaars vakgebied leren kennen. Dit onderzoek gaat in op hoe de samenwerking er in de praktijk uit ziet en welke factoren bijdragen aan interdisciplinaire samenwerking tussen twee studentengroepen, verpleegkunde en technicus engineering.
Doelstelling: Op 5 juni 2020 is door middel van praktijkgericht onderzoek inzichtelijk geworden welke factoren bijdragen aan hoe studenten verpleegkunde en studenten technicus engineering interdisciplinair met elkaar samenwerken om technologische innovaties in de zorg te realiseren. Dit draagt bij aan het verbeteren van het lesprogramma en de randvoorwaarden voor het ontwikkelen van de competentie interdisciplinaire samenwerking bij studenten.
Methode: Het onderzoek is uitgevoerd middels kwalitatief onderzoek. Het onderzoek richt zich op de pilot interdisciplinaire samenwerking. De steekproef bestond uit drie verpleegkunde studenten, drie technicus engineering studenten en twee docenten. De methode is kwalitatief en bestaat uit semi gestructureerde interviews. Op deze manier is inzicht gekregen in de interpretatie en opvattingen van de respondenten. De interviews zijn afgenomen via een veilig digitaal platform van de Hanzehogeschool. De resultaten zijn geanalyseerd door middel van open coderen, axiaal coderen en selectief coderen.
Resultaten: De studenten en docenten gaven aan dat er goede ervaringen zijn opgedaan middels de pilot, dit blijkt uit de cijfers die gegeven zijn voor de mate van relevantie. Gemiddeld geven de studenten een 7,6 en de docenten een 8,0. Daarbij worden er mooie voorbeelden gegeven van hoe de samenwerking wordt uitgevoerd na uitbraak van het Corona-virus. De studenten geven aan veel contact met elkaar te hebben via digitale platformen van school, maar ook Whatsapp wordt veel gebruikt. De docenten nemen wekelijks contact op om de coachende rol te blijven uitvoeren. Communiceren met elkaar zowel mondeling als digitaal en zonder vakjargon is een belangrijke factor voor samenwerking. Doordat de samenwerking digitaal verder moest worden uitgevoerd, maakte het de samenwerking lastiger. Ook het afspreken met elkaar en de verschillende opdrachten maakten het lastig om samen te werken.
Conclusie: Er is middels kwalitatief onderzoek antwoord verkregen op vooropgestelde hoofd- en deelvragen van dit onderzoek. Door de positieve ervaringen van de respondenten tijdens deze pilot en de gebruikte literatuur kan worden vastgesteld dat het leren om interdisciplinair samen te werken een goede oefening is voor de beroepspraktijk. Communicatie (digitaal en fysiek), kennis van elkaars vakgebied en relevante samenwerking in de beroepspraktijk zijn factoren die bijdragen aan de interdisciplinaire samenwerking. Daarnaast zijn goede ondersteuning en begeleiding van docenten en studenten, het vermijden van vakjargon en het werken aan één gezamenlijke, overlappende opdracht belangrijke factoren voor een goede interdisciplinaire samenwerking. Het leren interdisciplinair samenwerken is een mooie ervaring die meegenomen kan worden in de huidige gezondheidszorg.
Aanbevelingen: Middels het onderzoek zijn aanbevelingen voor vervolgonderzoek en de beroepspraktijk opgesteld. Het is van belang het onderzoek nogmaals uit te voeren in het middelbaar beroepsonderwijs, daarnaast kan observatie onderzoek een aanvulling zijn op de al uitgevoerde onderzoeken. Voor de beroepspraktijk, het Noorderpoort, is de pilot functioneel gebleken en daarom nuttig om ingevoegd te worden in het middelbaar beroepsonderwijs. Van belang is dat er voldoende tijd, geld en praktijkruimte is. Het wordt aanbevolen om meer overlapping in de opdracht aan te brengen om betere samenwerking, communicatie en gezamenlijke verantwoordelijkheid te creëren. Het gebruik van vakjargon moet zo veel mogelijk vermeden worden of de termen moeten worden toegelicht. De introductie en excursies met betrekking tot elkaars vakgebied zouden te allen tijde ingezet moeten worden, hierdoor leren de studenten elkaar en elkaars vakgebied kennen. De combinatie van fysiek en digitaal contact wordt aangeraden. Ten slotte is interdisciplinaire samenwerking een oplossing voor de personeelstekorten en de toenemende zorgvraag.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | HBO-Verpleegkunde |
Afdeling | Academie voor Verpleegkunde |
Datum | 2020-06-05 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |