Het in kaart brengen van de mate van zekerheid van radiologen tijdens het stellen van diagnoses op basis van de perfusie MRI
Het in kaart brengen van de mate van zekerheid van radiologen tijdens het stellen van diagnoses op basis van de perfusie MRI
Samenvatting
Perfusie Magnetic Resonance Imaging (pMRI) is een veelgebruikte methode om een
hersentumor of uitzaaiingen hiervan te monitoren. Om duidelijke richtlijnen te kunnen geven over de
implementatie van de pMRI voor het houden van toezicht op hersentumoren in Nederland, is men een
onderzoek gestart, genaamd PERISCOPE, in het Erasmus MC. Er is namelijk tot op heden geen vaste
richtlijn of protocol omtrent het gebruik van de pMRI. Ook is nog niet bekend wat het optimale gebruik
is in de praktijk (Radboudumc, z.d.). Daarom is het van belang om te kijken naar de meerwaarde van
een pMRI bij de mate van zekerheid van een radioloog bij een diagnose. Om deze reden is dit onderzoek
opgezet, waarbij er gekeken wordt naar de mate van zekerheid bij een diagnose van een radioloog met
gebruik van een pMRI in het algemeen en welke factoren hier invloed op kunnen hebben.
Allereerst is er gekeken naar bestaande literatuur over het onderwerp om meer inzicht te krijgen
in het gebruik van de pMRI op dit moment, en welke factoren in bredere zin invloed hebben op de mate
van zekerheid bij een beslissing. Op basis van deze bevindingen is er een selectie gemaakt van mogelijke
factoren waarop gefocust werd in dit onderzoek, namelijk de factoren ervaring, beschikbare
beoordelingstijd, de afwezigheid van een standaard landelijk protocol en beslissingsstrategie. Deze
factoren werden uitgevraagd middels een case report form (CRF). Door middel van observaties, waarbij
de vragenlijsten werden afgenomen bij de radiologen, is er bij 11 deelnemende centra kwantitatieve data
verzameld.
Uit de resultaten is gebleken dat er een significant verschil is tussen de mate van zekerheid meten zonder gebruik van een pMRI bij de diagnose van een radioloog. Echter is er geen significant verschil
gevonden tussen de mate van zekerheid met pMRI en de factoren ervaring, beschikbare beoordelingstijd
en de afwezigheid van een standaard landelijk protocol. Daarnaast bleken veel radiologen mogelijk
gebruik te maken van een positieve teststrategie als beslissingsstrategie. Er is exploratief nog naar de
verschillen tussen centra qua gebruik van de pMRI en qua duurtijd van het postprocessing gekeken.
Hier is naar voren gekomen dat er verschillen te zien zijn tussen het gebruik van de pMRI bij de
deelnemende centra, zoals het gebruik van een bepaalde software of Picture Archiving and
Communication Systems (PACS). Tenslotte zijn er ook verschillen te zien in de duurtijd van het
postprocessing en de beoordeling van de pMRI tussen bepaalde centra en variabelen.
Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de pMRI van meerwaarde is voor een hogere
mate van zekerheid bij een diagnose van een radioloog. Dit komt tevens overeen met andere
onderzoeken waarbij er gekeken werd naar de meerwaarde van het gebruik van een pMRI bij het
monitoren van centrale neurologische aandoeningen. De zwakke correlatie tussen de mate van zekerheid
en de factoren ervaring, beschikbare beoordelingstijd en de afwezigheid van een standaard landelijk
protocol kan mogelijk verklaard worden door de aanwezigheid van confouding factoren. Toekomstig
onderzoek zou onderscheid moeten maken tussen casuscomplexiteit om de mogelijkheid van
confounding als gevolg van casusverschillen te elimineren, wat in deze studie niet is gedaan. Met samenvatting in het engels. Includes a summary in English
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Toegepaste Psychologie |
Afdeling | Academie voor Sociale Studies |
Datum | 2022-06-07 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |