Onderzoeksverslag: Shared Decision Making in de jeugdgezondheidszorg
Onderzoeksverslag: Shared Decision Making in de jeugdgezondheidszorg
Samenvatting
Introductie - In 2014 is de wet passend onderwijs ingevoerd. Deze wet stelt dat alle kinderen een passende plek moeten krijgen op school. Hiervoor is intensieve samenwerking nodig tussen ouders, onderwijs- en zorgprofessionals. Door middel van Shared Decision Making (hierna SDM) kan gekeken worden naar de beste begeleiding voor het kind. In opdracht van de kenniswerkplaats ‘Integraal Kijken naar Kinderen’ is onderzoek gedaan naar de volgende onderzoeksvraag: “Wat zijn de wensen en ervaringen van de jeugdgezondheidszorgverpleegkundigen en ouders van kinderen met een (tijdelijke) extra zorgbehoefte in de leeftijd van 0-12 jaar met SDM en hoe werken onderwijs, zorg en ouders hierin samen?” Het doel was inzicht verkrijgen in de wensen en ervaringen van jeugdgezondheidsverpleegkundigen en ouders van kinderen met een (tijdelijke) extra zorgbehoefte ten aanzien van SDM.
Methode - Een kwalitatief praktijkonderzoek is uitgevoerd, waarbij zes jeugdgezondheids-verpleegkundigen (hierna JGZ verpleegkundigen) van de GGD Groningen (uit 4 van de 7 regio’s, te weten: regio- Delfzijl/Appingedam/Loppersum, -midden Groningen/Oldambt, -Noord-West en -Groningen Centraal-Oost) en één ouder semigestructureerd werden geïnterviewd. Tevens werd een oriënterende literatuurstudie uitgevoerd en is de sneeuwbalmethode gebruikt om wetenschappelijke literatuur te vinden.
Resultaten - Alle JGZ verpleegkundigen, evenals de geïnterviewde ouder, gaven aan het begrip SDM niet te kennen. De principes zouden wel overeenkomen met de eigen werkwijze. Open communicatie en korte lijntjes zijn volgens de JGZ verpleegkundigen belangrijke voorwaarden voor SDM. Verder zijn de JGZ verpleegkundigen en de geïnterviewde ouder van mening dat ouders altijd betrokken dienen te worden bij SDM. Over de betrokkenheid van het kind bij SDM zeggen JGZ verpleegkundigen dat dit leeftijd en situatie afhankelijk is. Er wordt wel aangegeven dat zij het belangrijk vinden het kind te betrekken bij ‘kleine’ beslissingen, waarbij het welzijn van het kind geen gevaar loopt. Dit komt tevens duidelijk naar voren in de wetenschappelijke literatuur. JGZ verpleegkundigen zijn over het algemeen tevreden over de samenwerking tussen zorg- en onderwijs professionals. De geïnterviewde ouder heeft slechte ervaringen op het gebied van samenwerking met het onderwijs.
Discussie - De resultaten van het praktijk- en literatuuronderzoek werden met elkaar vergeleken. Er werden overeenkomsten gevonden bij het negatieve effect van een lage Sociaal Economische status en een andere cultuur op SDM en de lage betrokkenheid van het kind bij SDM. Tevens werden verschillen opgemerkt. Zo is er het vermoeden dat de principes van SDM in de praktijk nog onderbelicht zijn aangezien het nog niet onderwezen wordt op hogescholen, zo blijkt uit de literatuur. De JGZ verpleegkundigen beweren echter dat de principes overeenkomen met de eigen werkwijze, ook al wordt het niet zo genoemd. Verder zijn de beperkingen van het onderzoek weergegeven. Zo zou er sprake kunnen zijn van selectiebias aangezien de onderzoekers afhankelijk waren van de regiomanagers voor het trekken van de steekproef. Tevens werd er relatief weinig literatuur gevonden over praktijkervaringen met SDM. Ten slotte zijn de resultaten van de doelgroep ouders niet representatief aangezien er maar één ouder werd geïnterviewd.
Conclusie – Naar aanleiding van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de JGZ verpleegkundigen en de geïnterviewde ouder onbekend zijn met het begrip SDM. Wel zou het overeenkomen met de huidige werkwijze van de JGZ verpleegkundigen. Of dit daadwerkelijk zo is, is onduidelijk. Een observatieonderzoek om na te gaan of de huidige werkwijze overeenkomt met de principes van SDM, wordt daarom aanbevolen. JGZ verpleegkundigen en de geïnterviewde ouder benadrukken dat zij het belangrijk vinden dat ouders betrokken worden bij beslissingen. Ook open communicatie en korte lijntjes zijn wenselijk bij SDM volgens JGZ verpleegkundigen. Andere aanbevelingen zijn de praktijk meer kennis bieden over SDM en de conclusies van onderzoeken naar SDM van verschillende schools (in opdracht van KWP IKK) met elkaar te vergelijken. Op basis hiervan kan verder onderzoek gedaan worden.
Organisatie | Hanzehogeschool Groningen |
Opleiding | HBO-Verpleegkunde |
Afdeling | Academie voor Verpleegkunde |
Partner | Kenniswerkplaats “Integraal kijken naar kinderen” |
Jaar | 2017 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |