De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Positie- en activiteitenregistratie van kinderen in de gymzaal

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Positie- en activiteitenregistratie van kinderen in de gymzaal

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Door de jaren heen is er voor kinderen een groot aanbod aan verschillende activiteiten en begeleidingsprogramma’s ontwikkeld. Ook is er steeds meer bekend over de positieve fysieke en mentale gezondheidseffecten van een actieve leefstijl. Ondanks de kennis en het bewegingsaanbod is de motorische vaardigheid en het activiteitenniveau bij kinderen in de afgelopen jaren gedaald. Dit komt mogelijk doordat de kinderen meer zituren maken en zo minder bewegingservaring opdoen in hun vrije tijd. Onvoldoende beheersing van de motorische vaardigheden kan negatieve effecten hebben op bijvoorbeeld sociale interacties en/of acceptatie door leeftijdgenootjes. Kinderen moeten daarom voldoende blijven bewegen. Om hierin efficiënt en doelgericht sturing te kunnen geven is het van belang om de lichamelijke activiteit en de positie van de kinderen te registreren. Een zo groot mogelijke groep kan bereikt worden met de les lichamelijke opvoeding (LO). In dit onderzoek wordt lichamelijke activiteit gezien als elke lichaamsbeweging die wordt veroorzaakt door skeletspieren die leiden tot toename in het energiegebruik bovenop het energiegebruik van het lichaam in rust. Met inzicht in de activiteit en positie kunnen de docenten onder andere de lessen aanpassen aan de voorkeur en motorische ontwikkeling van de kinderen en extra aandacht besteden aan bepaalde kinderen. Met een praktisch toepasbaar meetsysteem kan de docent gemakkelijk zien welke kinderen meer stimulatie nodig hebben en bij welke toestellen en/of onderdelen ze het meest bevinden. Ook kan de voortgang in het activiteitenniveau bijgehouden worden met behulp van een database. In opdracht van de Gymzaal van de Toekomst wordt er in dit onderzoek, op basis van een grondige analyse, een advies gegeven voor een meetsysteem dat de activiteit en positie van basisschoolleerlingen vanaf groep 3 in kaart kan brengen gedurende de les LO.
In de analyse zijn de doelgroep, de gymzaal, de les LO, de positie en lichamelijke activiteit onderzocht. De kinderen van groep 3 tot en met 8 worden met behulp van de Athletic Skills Track in een motorische vaardigheidscategorie ingedeeld. Deze categorieën moeten gemakkelijk in de interface gefilterd kunnen worden, waardoor bepaalde categorieën specifiek bekeken kunnen worden. Het meetsysteem moet minimaal het bereik hebben van 308 m2 hebben zodat de gehele gymzaal bereikt wordt. Daarnaast mag de positie bepaling een maximale meetfout van 1 meter hebben. De les LO duurt in de regel 45 minuten, waarbij de klas in drie groepen van maximaal tien kinderen gedeeld wordt. Om de volledige les te kunnen registreren moet minimaal 1 uur aan data van 1 groep verzameld kunnen worden. Voor de positie bepaling zijn verschillende meetsystemen onderzocht. Hieruit is naar voren gekomen dat de camera het beste de positie kan bepalen in de gymzaal. In het hoofdstuk lichamelijke activiteit zijn verschillende biomechanische methodes onderzocht. Hieruit blijkt dat de accelerometers het best toepasbaar zijn voor het bepalen van het activiteitenniveau van kinderen gedurende de les LO. In de verdiepingsanalyse zijn zowel de camera als de accelerometer verder geanalyseerd. Hieruit zijn specifieke eisen opgesteld waaraan de camera of de accelerometer moet voldoen. De camera heeft minimaal 5 megapixels en kan met minimaal 10 frames per seconde een opname maken. Verder heeft de camera een kijkhoek van minimaal 104 graden en wordt er aangeraden om de camera aan het plafond te bevestigen. Voor de accelerometer wordt aangeraden om deze op de lage onderrug te dragen en te meten in ‘counts’ met een frequentie van 100Hz. Alle opgestelde eisen zijn meegenomen in het advies. Voordat het meetsysteem toegepast kan worden, moet er software ontworpen worden voor het bepalen van de positie van de kinderen. Daarnaast kan er onderzoek gedaan worden naar de positie van de accelerometer. De accelerometer bevindt zich nu op de lage onderrug, maar dit kan mogelijk in de weg zitten bij verschillende activiteiten zoals de koprol.

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Bewegingstechnologie
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
PartnerHaagse Hogeschool, Lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving, Gymzaal van de Toekomst
Jaar2018
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk