Samenvatting

Dit onderzoeksverslag gaat over mondelinge overdrachten. Tussen mensen op de werkvloer en hun leidinggevenden is er onenigheid over de vorm en de functie van een mondelinge overdracht. Over het algemeen vinden de werkers de sociale aspecten van een mondelinge overdracht belangrijk terwijl leidinggevenden vinden dat de mondelinge overdracht in essentie voor informatieoverdracht bedoeld is.
De conclusie is dat de functie van een overdracht tweeledig is. Enerzijds is het van belang voor medewerkers dat zij zich voor de start van een dienst kunnen opladen en dat medewerkers aan het einde van een dienst zich kunnen ontladen. Anderzijds is het van belang dat er informatie wordt overgedragen. Een kwalitatief goede mondelinge overdracht moet in beide behoeften voorzien.
Middels observaties en werkveldorientatie is onderzocht welke factoren ervoor zorgen dat een overdracht als (in)efficient kan worden beschouwd. Er blijken een aantal factoren mee te spelen die de kwaliteit van een overdracht beinvloeden. Zo is gebleken dat ruimte, sekse, normen, clientgroepen en soort zorgsector in verschillende mate invloed hebben op de vorm van mondelinge overdrachten. Geconstateerd is dat mondelinge overdrachten binnen de gehandicaptenzorg verschillen van andere zorgsectoren.