Lichaamssamenstelling en spierkracht bij patiënten met nierfalen opgenomen voorafgaand aan een niertransplantatie
Lichaamssamenstelling en spierkracht bij patiënten met nierfalen opgenomen voorafgaand aan een niertransplantatie
Samenvatting
INLEIDING: Ruim 17.000 mensen in Nederland hebben nierfalen. Door toename van het aantal mensen met diabetes type 2 in de wereld, groeit het aantal mensen met nierfalen snel. Nierfunctieverlies kan leiden tot vermindering van de eetlust, dit veroorzaakt ondervoeding. Ondervoeding heeft invloed op de spierkracht. Een verslechtering van de spiermassa/spierkracht kan duiden op achteruitgang van de voedingstoestand. Door chronische nierziekte, medicijngebruik en jarenlange dialyse voorafgaand aan de niertransplantatie hebben patiënten voorafgaand aan een operatie minder uithoudingsvermogen en spierkracht. Algemeen wordt aangenomen dat de lichaamssamenstelling verbetert na een geslaagde niertransplantatie. Echter zijn er weinig gegevens bekend over de veranderingen in lichaamssamenstelling voor en na de niertransplantatie. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Wat is de lichaamssamenstelling en spierkracht van patiënten met nierfalen die opgenomen zijn voor een niertransplantatie in het Erasmus MC?
METHODE: Er is praktijkonderzoek in het Erasmus MC uitgevoerd. De onderzoekspopulatie bestond uit 21 patiënten voorafgaand aan een niertransplantatie. De gegevens die verzameld werden zijn: spierkracht gemeten middels een maximale handknijpkrachtmeting en de lichaamssamenstelling (Lean Tissue Index, fasehoek) gemeten op basis van de Bio elektrische impedantie spectroscopie met behulp van de Body Composition Monitor meting. Door middel van de independent samples t-test werden er statistische significante verschillen gemeten. Vervolgens werd er een Pearson correlatie uitgevoerd om te onderzoeken hoe de lichaamssamenstelling, spierkracht en fasehoek aan elkaar zijn gecorreleerd. Een P-waarde onder de 0,05 werd als statistisch significant beschouwd.
RESULTATEN: Uit de metingen blijkt dat 38,0% van de patiënten een handknijpkracht lager dan P10 hebben, 57,0% een Lean Tissue Index lager dan P10 en 86,0% een fasehoek lager dan P10. De handknijpkracht van mannen wijkt significant af van de handknijpkracht van vrouwen (p=,012) en de spiermassa (Lean Tissue Index) van mannen wijkt significant af van de spiermassa van vrouwen (p=,039). Er blijkt een sterke correlatie tussen de Lean Tissue Index en de fasehoek te zijn van 0,692. Deze positieve correlatie is statistisch significant met p=,001.
CONCLUSIE: Samenvattend kan geconcludeerd worden dat meer dan de helft van de patiëntengroep een lagere spiermassa en fasehoek hebben dan het tiende percentiel. De handknijpkracht van 8 patiënten is lager dan P10. Opmerkelijk is dat het dialyseren geen invloed lijkt te hebben op de uitkomsten in deze onderzoeksgroep. Er is in dit onderzoek nauwelijks verschil in lichaamssamenstelling, spiermassa en spierkracht tussen mannelijke en vrouwelijke patiënten. Ook verschilt dit niet tussen patiënten die wel of niet hebben gedialyseerd.
AANBEVELINGEN: De voedingstoestand wordt in het huidige beleid niet mee genomen ter beoordeling voor een niertransplantatie. Mogelijk kan betere voeding het verlies van spiermassa beperken om hiermee de levensverwachting van niertransplantatiepatiënten te verbeteren. Weinig spiermassa is een risicofactor voor vroegtijdig sterven. Veel patiënten hebben geen eetlust, waardoor de eiwitbehoefte niet wordt gehaald. Eiwitrepen kunnen dan aanbevolen worden; ze verhogen de eiwitinname en zorgen voor spiermassavermeerdering. Een voedingsinterventie organiseren met recepten en boodschappenservice zou ideaal zijn voor deze doelgroep.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam |
Jaar | 2020 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |