Ondersteuningsgroep voor mensen met een beperking: wie, waarom en hoe. Onderzoek naar aanpassingen voor de ondersteuningsgroepmethodiek voor volwassenen met een beperking in een woonvorm
Ondersteuningsgroep voor mensen met een beperking: wie, waarom en hoe. Onderzoek naar aanpassingen voor de ondersteuningsgroepmethodiek voor volwassenen met een beperking in een woonvorm
Samenvatting
Met dit onderzoek is een nieuwe ondersteuningsgroepmethode ontwikkeld die geschikt is voor volwassenen met een lichamelijke en/of licht tot matige cognitieve beperking met eventueel een bijkomende psychische stoornis, die wonen in een residentiële woonvoorziening. De inzet van deze methodiek is een vorm van preventie en draagt bij aan het stimuleren van het interne sociale netwerk op een woonlocatie voor volwassenen met een beperking. Tevens is er een methodische werkwijze ontwikkeld om na te kunnen welke aanpassingen gemaakt dienen te worden zodat deelnemers met een beperking effectief kunnen deelnemen aan een ondersteuningsgroep. Het organiseren ondersteuningsgroepen met deze doelstelling is nog niet eerder uitgevoerd op woonlocaties voor volwassenen met een beperking.
Op een woonlocatie voor mensen met een beperking ben ik zelf op het idee gekomen om themabijeenkomsten te organiseren om vragen en problemen, die bewoners hadden, in groepsverband met elkaar te bespreken. Ik ging op zoek naar een manier om deze op een methodische wijze te gaan organiseren. Er bleek een goede aansluiting te bestaan met de ondersteuningsgroepmethodiek van Cuijpers en Reesink (1993), die het theoretisch kader vormt voor dit onderzoek. Voor dit onderzoek is nagegaan voor wie, waarom en hoe de ondersteuningsgroepmethodiek aangepast kan worden voor mensen met een beperking. Door verschillende deelonderzoeken die zijn uitgevoerd in het kader van dit onderzoek met elkaar te combineren, zijn de volgende conclusies naar voren gekomen:
1. Er zijn vergelijkbare problemen voor volwassenen met en beperking, waarvoor een ondersteuningsgroep kan worden ingezet.
2. Naast de hoofddoelstelling: 'ondersteuning bij gedeelde problemen' wordt ook het interne sociale netwerk geactiveerd en gestimuleerd, wat een nieuw subdoel is.
3. Wil een ondersteuningsgroep effectief zijn voor deelnemers met een beperking, dan zijn er in alle gevallen aanpassingen gewenst voor de functies die de deelnemers nodig hebben om deel te kunnen nemen aan een ondersteuningsgroep.
4. Volwassenen met een lichte tot matige verstandelijke beperking kunnen waarschijnlijk effectief deelnemen, mensen met ernstigere verstandelijke beperkingen niet. Tevens kunnen mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), bijkomende psychische stoornissen of lichamelijke beperkingen ook deelnemen, afhankelijk van de mate van bijkomende cognitieve beperking.
5. Er zijn specifieke punten die een hulpverlener moet weten om effectief een ondersteuningsgroep voor te zitten. Tevens bleken er ook specifieke organisatorische punten te zijn waarmee rekening gehouden moet worden wanneer een ondersteuningsgroep wordt georganiseerd voor volwassenen met een beperking.
Er kan daarnaast op individueel niveau bepaald worden welke aanpassingen nodig zijn. Hiervoor is een methodische werkwijze ontwikkeld en beschreven.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | SP Sociaal Pedagogische Hulpverlening |
Afdeling | Academie voor Sociale Professies |
Partner | Steinmetz de Compaan |
Jaar | 2011 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |