Het meten van lymfoedeem in de thorax
onderzoek naar hoe de huidtherapeut patiënten met lymfoedeem na een lumpectomie of ablatio met okselklierdissectie op een geschikte manier kan metenHet meten van lymfoedeem in de thorax
onderzoek naar hoe de huidtherapeut patiënten met lymfoedeem na een lumpectomie of ablatio met okselklierdissectie op een geschikte manier kan metenSamenvatting
Achtergrond: Het vaststellen van lymfoedeem in de thorax blijkt in de praktijk niet altijd even gemakkelijk (Williams, 2006; Medifocus, 2013; Zuther & Norton, 2013). Tot op heden is er dan ook nog geen geschikte meetmethode voor het meten van lymfoedeem in de thorax ontwikkeld, die gebruikt kan worden in de huidtherapeutische praktijk. Dit onderzoek houdt zich daarom bezig met de vraag hoe de huidtherapeut lymfoedeem in de thorax op een geschikte manier kan meten.
Methode: Om antwoord te kunnen geven op de probleemstelling is er literatuur- en praktijkonderzoek uitgevoerd. Voor het beantwoorden van de eerste vier deelvragen zijn er verschillende databanken geraadpleegd. De artikelen moesten onder andere op evidence-based niveau zijn en bij voorkeur niet ouder dan vijf jaar zijn. Voor het beantwoorden van de drie laatste deelvragen is er een praktijkonderzoek uitgevoerd. Allereerst is het meetlint geselecteerd als het te hanteren meetinstrument voor het praktijkonderzoek. Vervolgens is het meetprotocol opgesteld. Binnen drie aaneengesloten weken zijn tien vrouwelijke patiënten in de leeftijd van 44 tot 77 jaar, met gediagnosticeerd lymfoedeem in de thorax na een lumpectomie of ablatio met okselklierdissectie, volgens een gestandaardiseerd meetprotocol vier keer gemeten met een meetlint. De eerste meting is voorafgaand aan de eerste behandeling uitgevoerd. Vervolgens zijn de patiënten na hun tweede, vierde en zesde behandeling gemeten. Alle meetresultaten zijn verwerkt met Word en Excel. Alle meetbevindingen van het meetlint, zijn vanuit het ‘best-practice principe’ toegelicht door de onderzoekster wat betreft de betrouwbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid van het meetlint.
Resultaten: Het meetlint bleek objectief omdat de metingen persoonsonafhankelijk waarneembaar waren (= metingen konden afgelezen worden vanaf de meetband). Meetpunten A t/m D in het meetprotocol bleken valide en reproduceerbaar te zijn omdat zij maten wat zij moesten meten. Daarnaast werd bij herhaling dezelfde uitkomst verkregen, mits het nulpunt goed gepalpeerd kon worden. Meetpunten E t/m F bleken niet-valide en niet reproduceerbaar te zijn omdat zij niet maten wat zij moesten meten en omdat er bij herhaling van de meting niet dezelfde uitkomst werd verkregen. Gedurende het praktijkonderzoek bleek het meetlint een gebruiksvriendelijk meetinstrument te zijn. Er was sprake van een acceptabele afnametijd (<10 minuten) en meetfrequentie (tussenpoos van één week). Het meetlint was eenvoudig in het gebruik, de kosten in aanschaf en gebruik zeer acceptabel en er was geen sprake van lichamelijke belasting. Met uitzondering van patiënt III was er bij alle patiënten op ten minste 2 van de 4 meetpunten (A t/m D) een afname waarneembaar. Met uitzondering van de metingen bij patiënt III en V lieten alle metingen bij de patiënten ofwel geen toename zien of een toename bij uitsluitend 1 van de 4 meetpunten. Alle metingen (met uitzondering van patiënt VI en IX) lieten bij 1 tot 3 meetpunten een stabiliteit zien.
Conclusie: De onderzoekster beveelt het gebruik van het meetlint en het meetprotocol aan voor het meten van lymfoedeem in de thorax, waarbij dan uitsluitend het meten van meetpunten A, B, C en D wordt aanbevolen omdat deze punten op een geschikte manier gemeten kunnen worden met het meetlint.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GZH Huidtherapie |
Afdeling | Academie voor Gezondheid |
Partner | Dermiz, praktijk voor huid-, oedeem- en lasertherapie, Zierikzee |
Jaar | 2014 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |