Managementinformatie bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs
Onderzoek naar de wijze waarop binnen samenwerkingsverbanden door middel van managementrapportage verantwoording kan worden afgelegd over de ontvangen middelen Passend onderwijsManagementinformatie bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs
Onderzoek naar de wijze waarop binnen samenwerkingsverbanden door middel van managementrapportage verantwoording kan worden afgelegd over de ontvangen middelen Passend onderwijsSamenvatting
Op 1 augustus 2014 trad de wetgeving Passend Onderwijs in werking. De oude samenwerkingsverbanden werden opgeheven en nieuwe samenwerkingsverbanden met een nieuwe juridische structuur hebben de functie van de oude samenwerkingsverbanden overgenomen. Door deze stelselwijziging wordt momenteel door scholen weinig tot geen verantwoording naar de samenwerkingsverbanden betreffende de besteding van financiële middelen afgelegd. Van Ree Accountants zou graag over een adviesrapport beschikken van waaruit zij hun klanten kunnen adviseren op gebied van managementrapportage. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt:
“Hoe kan er binnen samenwerkingsverbanden door middel van managementrapportage verantwoording worden afgelegd over de ontvangen middelen Passend onderwijs?”
Om elk kind een passende onderwijsplek te bieden, werken schoolbesturen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Alle scholen voor regulier en speciaal onderwijs maken deel uit van een samenwerkingsverband. De schoolbesturen vormen tezamen het toezichthoudend orgaan en stellen een directeur-bestuurder aan voor dagelijkse bedrijfsvoering van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband ontvangt vrijwel al het geld voor de lichte en zware ondersteuning in het onderwijs en maakt afspraken over de wijze van het verdelen van deze middelen. De financiële middelen kunnen op basis van een drietal modellen of een combinatie van deze worden verdeeld: het schoolmodel, het expertisemodel en het leerlingenmodel. Het samenwerkingsverband legt in een ondersteuningsplan vast hoe ze het geld voor extra ondersteuning inzet.
In deze scriptie wordt uitgegaan van de volgende definitie over managementinformatie: Informatie die inzicht geeft in de ontwikkeling en prestaties van processen, mensen, middelen, kapitaal en kennis om de organisatie te beheersen, bij te sturen en te ontwikkelen. Bij het meten van prestaties moet rekening gehouden worden met een drietal ontwerpprincipes: interactie, variëteit & redundantie en dynamiek.
Het samenwerkingsverband dient ten opzichte van de accountantscontrole verantwoording af te leggen over de financiële rechtmatigheid van de bestedingen. Ten opzichte van de Inspectie van het Onderwijs dient het samenwerkingsverband verantwoording af te leggen aangaande een doelmatige besteding van de middelen. Om inzicht te verkrijgen in de doelmatigheid van de bestedingen is het noodzakelijk verantwoording bij scholen op te vragen aangaande de besteding van de middelen. Hiervoor is enerzijds financiële informatie en anderzijds kwaliteitsinformatie benodigd. De kwaliteit kan met behulp van het SERVQUAL-model worden gemeten. Beide informatie is nodig om inzicht te verkrijgen in de doelmatigheid van de besteding van de middelen.
Uit de semigestructureerde interviews met de geselecteerde samenwerkingsverbanden kwam naar voren dat er sterke verschillen bestaan tussen de samenwerkingsverbanden onderling en tussen de praktijk en de theorie. Een tweetal samenwerkingsverbanden houdt zich actief bezig met de verantwoording vanuit scholen aangaande de besteding van de middelen. Hiervoor hebben beide samenwerkingsverbanden een model ontworpen dat deels overeenkomt met de beschreven theorie. Het resterende tweetal samenwerkingsverbanden heeft echter geen behoefte aan de verantwoording van scholen aangaande de besteding van middelen en vragen deze niet op bij de scholen.De medewerkers van Van Ree Accountants zouden de samenwerkingsverbanden moeten adviseren om aangaande het vaststellen van de doelmatigheid van de bestedingen enerzijds financiële en anderzijds kwalitatieve informatie bij de schoolbesturen op te vragen. Tevens zouden zij hen moeten adviseren conclusies te trekken over een tijdsperiode van meer dan één jaar. Ten slotte luidt het advies om over een aantal jaar verder onderzoek te doen naar de hoofdvraag die centraal staat in dit onderzoek aangezien dit onderzoek een verkennend onderzoek betreft.
Kortom, het antwoord op de hoofdvraag kan als volgt worden geformuleerd: Samenwerkingsverbanden Passend onderwijs dienen bij de schoolbesturen enerzijds financiële informatie op te vragen waaruit blijkt waaraan de middelen zijn besteed. Anderzijds dienen zij kwaliteitsinformatie op te vragen aangaande de dienstverlening waar het schoolbestuur verantwoordelijk voor is. Het samenwerkingsverband moet vervolgens de gegevens vanuit de scholen analyseren en met elkaar vergelijken en op basis daarvan een managementrapportage maken. Het samenwerkingsverband heeft deze informatie nodig om verantwoording af te kunnen leggen over het doelmatig besteden van de ontvangen middelen Passend onderwijs aan de Inspectie van Onderwijs. Omdat het Passend onderwijsbeleid nog maar een kleine twee jaar geldend is, is nu nog niet bekend aan welke eisen de verantwoording van de besteding van de middelen moet voldoen.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | BFM Bedrijfseconomie |
Afdeling | Faculteit Business, Finance & Marketing |
Partner | Van Ree accountants B.V. |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |