De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Diëtistische begeleiding binnen flexible-ACT

een kwalitatief onderzoek onder cliënten van wijkteam Zoetermeer-Oost naar weerstand, drempels en drempelverlagende factoren omtrent diëtistische begeleiding

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Diëtistische begeleiding binnen flexible-ACT

een kwalitatief onderzoek onder cliënten van wijkteam Zoetermeer-Oost naar weerstand, drempels en drempelverlagende factoren omtrent diëtistische begeleiding

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Mensen met Ernstige Psychiatrische Problematiek (EPA) hebben gemiddeld genomen een kortere levensverwachting. Dit komt met name door een verhoogd suïciderisico, een gemiddeld ongezondere leefstijl en voedingsproblematiek. Deze cliëntengroep wordt steeds vaker ambulant behandeld middels het Flexible Community ACT-concept (F-ACT), waarbinnen verschillende zorgdisciplines individueel zorg op maat leveren. In sommige gevallen is hier ook een diëtist bij betrokken. Dit is relevant, aangezien een slechte voedingstoestand symptomen van een psychiatrische stoornis langer in stand kan houden en psychofarmaca zoals antipsychotica soms debet zijn aan ernstige metabole problemen. Één van deze F-ACT teams met diëtistische zorgmogelijkheid is GGZ Rivierduinen, wijkteam Zoetermeer-Oost. Hoewel zij merken dat er bij veel cliënten overgewicht is ontstaan door antipsychoticagebruik, blijken velen van hen diëtistische zorg af te wijzen. Het doel van dit onderzoek was daarom te inventariseren welke factoren door cliënten als bevorderend en belemmerend ervaren worden omtrent (de keuze voor) diëtetiek, om deze zorgmogelijkheid te optimaliseren.
Dit onderzoek is kwalitatief uitgevoerd middels semigestructureerde interviews onder negen cliënten van het wijkteam van wie er zes wel, en drie niet, gebruik maken van diëtistische zorg. De topiclijst voor dit onderzoek omvatte de hoofdthema’s ‘verwachtingen’, ‘wensen’, ‘weerstand’ en ‘drempelverlagende factoren’. Omwille van betrouwbaarheid is één interview niet meegenomen in de uiteindelijke dataverwerking.
Uit de resultaten blijkt dat belemmerende factoren vooral bestaan uit de angst dat een diëtist zich niet gelijkwaardig aan de cliënt zal opstellen en diens tempo en inzicht niet zal respecteren. Daarnaast heerst de verwachting dat de diëtist geen steunende rol heeft en geen maatwerk levert. Bevorderende factoren om de keuze voor diëtetiek te maken en het traject vol te houden bevinden zich ook vooral in het contact met de diëtist. Het zich open, rustig en vriendelijk opstellen, het benadrukken van een oordeelvrije houding en de vrijblijvendheid van de hulp worden veelal genoemd. Verder blijkt een haalbaar behandelplan op maat dat in samenspraak is opgesteld en waarin rekening wordt gehouden met het eigen inzicht van de cliënt belangrijk. De diëtist moet zich ook bewust zijn van zijn of haar coachende rol gedurende het proces. Een groepssessie rondom gezonde voeding is genoemd als potentieel prettiger alternatief voor een individuele behandeling, doordat dit als minder confronterend ervaren zou kunnen worden.
Opvallend genoeg blijkt dat de weerstand die cliënten rapporteren grotendeels overeenkomt met de negatieve verwachtingen die men heeft. Het wijkteam kan dit mogelijk ondervangen door vooraf duidelijk te maken aan de cliënt wat te verwachten van diëtetiek en de diëtist, en eventuele onrealistische angsten vooraf bespreekbaar te maken.
Hoewel dit onderzoek waardevolle inzichten heeft gegenereerd, is datasaturatie niet bereikt door de geringe onderzoeksgroep. Cliënten die geen diëtistische zorg wensen bleken ook minder bereid tot het te woord staan van de onderzoeker. In een eventueel vervolgonderzoek zou het waardevol zijn om zich vooral te richten op die cliëntengroep, en daarbij wellicht ook het wijkteam en de diëtist te betrekken. Daarbij moet rekening gehouden worden met eventueel sociaal wenselijke antwoorden van de onderzoeksgroep, en is het belangrijk de onderzoeksmethode nog eens kritisch te bezien. https://www.linkedin.com/in/soraya-kromhout-68695a41/

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Voeding en Diëtetiek
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
PartnerGGZ Rivierduinen, Zoetermeer
Jaar2019
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk