Afkapwaarden voor het vaststellen van anorexie bij kankerpatiënten
Cross-sectioneel onderzoek naar de optimale afkapwaarden voor de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust voor kankerpatiënten gebaseerd op de scores van de gezonde populatieAfkapwaarden voor het vaststellen van anorexie bij kankerpatiënten
Cross-sectioneel onderzoek naar de optimale afkapwaarden voor de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust voor kankerpatiënten gebaseerd op de scores van de gezonde populatieSamenvatting
Inleiding: Anorexie, het verlies van eetlust, is een veelvoorkomend symptoom bij kanker en is geassocieerd met een verminderde voedselinname, cachexie, een verhoogde morbiditeit en mortaliteit en een verminderde kwaliteit van leven. Meetinstrumenten die worden aanbevolen om anorexie vast te stellen zijn de ‘Anorexia/Cachexia Subscale’ (A/CS) van de ‘Functional Assessment of Anorexia/Cachexia Therapy (FAACT) questionnaire’ (FAACTA/
CS) en de ‘Visual Analog Scale’ (VAS) voor eetlust. Gevalideerde afkapwaarden ontbreken echter en er is nog niet eerder onderzocht hoe de gezonde populatie scoort op deze meetinstrumenten. Door het afnemen van de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust bij gezonde volwassenen ontstaat een beter beeld in hoeverre de scores van kankerpatiënten afwijken van de scores van de gezonde populatie. Deze studie had als doel het bepalen van
de optimale afkapwaarden voor de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust voor het vaststellen van anorexie bij kankerpatiënten gebaseerd op de scores van de gezonde volwassen Nederlandse populatie.
Methode: De FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust zijn afgenomen bij gezonde, zelfstandig wonende respondenten tussen de 18 en 75 jaar. De metingen zijn op verschillende openbare plaatsen en bij verschillende verenigingen in Noord-Brabant en Zuid-Holland afgenomen. De spreiding van de scores op de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust is weergegeven in percentielen. De samenhang tussen leeftijd en eetlust en tussen geslacht en eetlust is
respectievelijk bepaald door middel van de Spearman’s correlatiecoëfficiënt rho en de associatiemaat Eta. De afkapwaarden voor de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust zijn vastgesteld op het 10e percentiel van de scores van de gezonde populatie.
Resultaten: 291 respondenten (38,6 ± 17,4 jaar; 43,9% man) zijn geïncludeerd. De mediaanscore op de FAACT-A/CS was 40 (IQR 36–42; spreiding 30) punten en 83 (IQR 69–92; spreiding 80) punten op de VAS voor eetlust. De Spearman’s rangcorrelatie toonde geen verband tussen leeftijd en de scores op de FAACT-A/CS (rho=0,029; p=0,624) en de VAS voor eetlust (rho=0,117; p=0,051). Uit de associatiemaat Eta bleek dat er geen verband was tussen geslacht en de scores op de FAACT-A/CS (Eta=0,231) en de VAS voor eetlust
(Eta=0,106). Op basis van het 10e percentiel van de totale gezonde populatie was de optimale afkapwaarde voor de FAACT-A/CS ≤33 en voor de VAS voor eetlust ≤54.
Conclusie en discussie: Voor het vaststellen van anorexie bij kankerpatiënten worden, op basis van de scores van de gezonde populatie, afkapwaarden van ≤33 voor de FAACT-A/CS en ≤54 voor de VAS voor eetlust aanbevolen. Deze afkapwaarden verschillen van de eerder voorgestelde afkapwaarden; ≤24, ≤30 en ≤37 voor de FAACT-A/CS en <50 en <70 voor de VAS voor eetlust. Vervolgonderzoek met deskundige statistische expertise is noodzakelijk
om te bepalen welke afkapwaarden het meest valide zijn. Tot dan is het aanbevolen om in de beroepspraktijk de afkapwaarden van deze studie te combineren met de afkapwaarden van ≤37 voor de FAACT-A/CS en <70 voor de VAS voor eetlust (≤33 FAACT-A/CS, ≤54 VAS voor eetlust =anorexie; ≤37 FAACT-A/CS, ≤70 VAS voor eetlust =risico op anorexie). Anorexie kan zo voortijdig worden gediagnosticeerd en worden behandeld door de diëtist.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Haagse Hogeschool, Healthpoint, Den Haag |
Jaar | 2017 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |