Het lichaam als meetinstrument
Het lichaam als meetinstrument
Samenvatting
Achtergrond: Martin Rietman, psychomotorisch therapeut bij Traverse Overijssel, vraagt zich af of een beoordeling van de motoriek de verbetering van een behandeling zichtbaar kan maken. De doelgroep omvat kinderen tussen de 8-12 jaar die traumagerelateerde klachten hebben ontwikkeld als gevolg van kindermishandeling. De hoofdvraag richt zich op de correlatie tussen de gemiddelde motorische verbetering en de gemiddelde afname van traumaklachten. Er is specifiek aandacht besteed aan balvaardigheid, balans en fitheid. Daarnaast is uitgezocht hoe de motorische ontwikkeling normaliter verloopt en waarin de
motorische ontwikkeling van kinderen met traumagerelateerde klachten afwijkt. Bovendien is een verklaring gezocht voor de motorische afwijkingen bij deze doelgroep.
Doel: dit onderzoek is gestart om na te gaan of het lichaam en de bijbehorende motoriek van een kind een indicatie geven van zijn geestelijke gesteldheid
Methoden: er is veel gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. Dit is aangevuld met motorische testen (M-ABC 2 en 6MWT), vragenlijsten (TSCC), interviews, observaties en correlatieberekeningen.
Resultaten: het blijkt dat getraumatiseerde kinderen afwijkingen in de motorische vaardigheden en de motorische ontwikkeling vertonen. Deze verstoorde motorische ontwikkeling gaat gepaard met een verstoorde hersenontwikkeling. Afwijkingen in de hersenontwikkeling kunnen leiden tot problemen met (oog-hand) coördinatie, balans, fitheid en prikkelverwerking. Het blijkt dat de motorische vaardigheden van de geteste kinderen nauwelijks correleren met de mate waarin deze kinderen traumaklachten ervaren. De
correlatie tussen de gemiddelde verbetering van de balvaardigheid/balans en de gemiddelde afname van de traumaklachten is 0.16. De correlatie tussen de verbetering van de fitheid en de gemiddelde afname van traumaklachten is 0.15.
Conclusie: dit onderzoek toont een verwaarloosbare, niet significante correlatie tussen de gemiddelde toename van de motorische vaardigheden en de gemiddelde afname van traumaklachten. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat het onderzoek mogelijk niet representatief is voor de hele doelgroep omdat het aantal geteste kinderen erg laag is. Er wordt dan ook sterk aanbevolen vervolgonderzoek te starten op grotere schaal.
Organisatie | HAN University of Applied Sciences |
Opleiding | Vaktherapie |
Afdeling | Academie Gezondheid en Vitaliteit |
Partner | Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
Datum | 2015-09-02 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |