Afstudeeronderzoek Borstvoeding
Kolven op de werkvloerAfstudeeronderzoek Borstvoeding
Kolven op de werkvloerSamenvatting
Uit onderzoek van TNO blijkt dat moeders de afgelopen tien jaar vaker(28% in 2007) stoppen met het geven van borstvoeding wegens werkgerelateerde redenen. Omdat borstvoeding vele lichamelijke en psychische voordelen brengt voor zowel moeder als baby, is het van belang dat een moeder zo lang mogelijk door gaat met het geven van borstvoeding. In opdracht van de Borstvoedingswerkgroep is er onderzoek gedaan naar de ervaringen van (kolvende) medewerksters over het personeelsbeleid rondom kolven op de werkvloer binnen het Maxima Medisch Centrum. In overleg met de opdrachtgever is de volgende probleemstelling opgesteld: ´Welke verbeterpunten zou het Maxima Medisch Centrum te Veldhoven kunnen treffen om kolvende medewerksters, binnen het Vrouw-Moeder-Kind centrum, beter te faciliteren tot het continueren van kolven op de werkvloer na het bevallingsverlof?’
Bij dit onderzoek gaat het om een kwalitatief onderzoek. Het onderzoek beschrijft de meningen en ervaringen ten aanzien van het personeelsbeleid rondom kolven op de werkvloer. Enerzijds richt het onderzoek zich op de ervaringen van kolvende medewerksters en anderzijds richt het zich op de ervaringen van ‘Het MMC ’. De data van dit onderzoek is verkregen doormiddel van interviews. Aan de hand van de interviews zijn samenvattingen gemaakt, welke geordend zijn middels thema’s zoals beleid, tijd en voorlichting.
De resultaten van het deelonderzoek wat de ervaringen van ‘het MMC’ beschrijft waren over het algemeen erg verschillend. Iedere geïnterviewde had een ander belang bij borstvoeding en dus een andere mening. Er kan gezegd worden dat de helft van de geïnterviewden bij het deelonderzoek ‘het MMC’, geen problemen ervaren rondom het personeelsbeleid rondom kolven op de werkvloer en de andere helft dit tegenspreekt. Echter gaven de geïnterviewde kolvende medewerksters over het algemeen dezelfde antwoorden. De kolvende medewerksters gaven aan dat de werkdruk en het niet ontvangen van informatie over kolven belemmerende factoren waren voor het kolven op de werkvloer. Verder heeft het onderzoek zich ook gericht op verbeterpunten voor het MMC. Hiervoor is de data van bovenstaande deelonderzoeken gebruikt. Er zijn vier belangrijke verbeteringpunten gevonden welke zich richten op de informatievoorziening, het rooster, de kolfruimten en de leidinggevende.
Er wordt in de eindconclusie beschreven dat het beleid niet altijd voldoende is voor kolvende medewerksters. Er kan gezegd worden dat er onvoldoende begeleiding en aandacht is vanuit de leidinggevende voor de kolvende medewerkster. Tevens wordt de informatievoorziening vanuit het MMC als onvoldoende ervaren door kolvende medewerksters. Er kan geconcludeerd worden dat er te weinig kolfruimten zijn en dat er onvoldoende tijd is om te kolven op de werkvloer.
Ten slotte zijn er aanbevelingen beschreven voor de Borstvoedingswerkgroep. De aanbevelingen richten zich op de verbeterpunten die het MMC zou kunnen treffen om kolvende medewerksters beter te faciliteren tot het continueren van het geven van borstvoeding. Voorbeelden van enkele aanbevelingen zijn onder andere een betere informatievoorziening voor kolvende medewerksters en meerdere kolfruimten realiseren binnen het MMC. Er wordt één aanbeveling uitgewerkt middels een implementatieplan. Een folder voor kolvende medewerksters met tips, adviezen en een beschrijving van het kolfrecht is verder uitgewerkt. Er is hiervoor gekozen omdat dit door alle kolvende medewerksters werd genoemd en omdat het relatief gemakkelijk te realiseren is. Het implementatieplan voor deze aanbeveling maakt duidelijk hoe de verbetering aangepakt zou kunnen worden.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Hogeschool Verpleegkunde |
Partner | De Borstvoedingswerkgroep, Maxima Medisch Centrum Veldhoven |
Datum | 2014-01-20 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |