De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Differentiatie tussen postoperatief littekenweefsel en recidief hernia nuclei pulposi

Middels een axiale T1 gewogen fast spin echo sequentie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Differentiatie tussen postoperatief littekenweefsel en recidief hernia nuclei pulposi

Middels een axiale T1 gewogen fast spin echo sequentie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Inleiding
Rugklachten zijn een veelvoorkomende aandoening, veelal veroorzaakt door een hernia nuclei pulposi (HNP). Na een operatie kan sprake zijn van aanhoudende- of recidiverende klachten. Deze klachten worden meestentijds veroorzaakt door een recidief HNP of postoperatief littekenweefsel. Magnetic resonance imaging (MRI) is het aangewezen onderzoek om de oorzaak hiervan te achterhalen. Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de diagnostische waarde van de axiale T1 gewogen (T1W) fast spin echo (FSE) sequentie bij MRI van de lumbale wervelkolom (MRI-LWK) ter differentiatie tussen postoperatief littekenweefsel en een recidief hernia nuclei pulposi (HNP) na een operatie.

Methode
Het onderzoek betreft een kwantitatief, retrospectief onderzoek. Veertig patiënten werden geïncludeerd. Alle patiënten hebben een operatie voor een HNP ondergaan, waarna sprake was van aanhoudende of recidiverende klachten. Om de oorzaak van deze klachten te bepalen werd een MRI-LWK aangevraagd. De beelden zijn vervaardigd met een General Electric Optima MR450w 1,5 Tesla (T) MRI-scanner (GE Medical Systems, Milwaukee, Wisconsin, Amerika, 2012), middels een standaard MRI-protocol. Twee radiologen hebben de axiale T1W FSE- en de axiale T1W FSE+c beelden van alle patiënten herbeoordeeld aan de hand van een scoringslijst. Beschrijvende en toetsende statistiek zijn toegepast teneinde de diagnostische waarde en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid te bepalen.
Resultaten
Berekend vanuit de resultaten van radioloog 1 bedroegen de sensitiviteit en specificiteit van de axiale T1W FSE-sequentie 85% en 82%. De positief voorspellende waarde (PVW) en negatief voorspelende waarde (NVW) bedroegen respectievelijk 71% en 67%. Voor radioloog 2 bedroegen de sensitiviteit, specificiteit, PVW en NVW respectievelijk 97%, 25%, 97% en 25%. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid aangaande de diagnose littekenweefsel of recidief HNP bedroeg K=0,058 (P=0,570).

Conclusie
De diagnostische waarde van de axiale T1W FSE-sequentie bij een MRI van de lumbale wervelkolom voor differentiatie tussen postoperatief littekenweefsel en een recidief hernia nuclei pulposi kan uit dit onderzoek niet voldoende betrouwbaar worden bepaald.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMBRT
AfdelingFontys Paramedisch
PartnerBernhoven Ziekenhuis te Uden
Jaar2016
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk