Allochtonenprobleem ja of nee?
Allochtonenprobleem ja of nee?
Samenvatting
Deze samenvatting geeft kort en krachtig weer wat u in dit profileringproject zoal kunt lezen. In hoofdstuk één wordt gesproken over de definities van autochtoon en allochtoon, eerste en tweede generatie, integratie, assimilatie en acculturatie. Er zijn diverse mogelijkheden om begrippen te onderscheiden. Dit laat ook zien dat er veel diversiteit bestaat onder de allochtone bevolkingsgroepen.
Een adolescent maakt vele veranderingen door en komt te staan voor het maken van diverse keuzes. Tijdens deze ontwikkelingen heeft een adolescent veel steun aan leeftijdgenoten, omdat zij dezelfde fases doorlopen. De relatie met ouders veranderd wanneer men de adolescentiefase bereikt. Dit komt door de autonomie en individualiteit die een adolescent wil bereiken.
De allochtone opvoeding is er op berust dat kinderen gehoorzaam zijn, de eer van de familie beschermen en religieuze plichten voldoen. Dit is in tegenstrijd met de Nederlandse (autochtone) opvoeding. Hier wordt kinderen geleerd een eigen identiteit te ontwikkelen en zelfstandig te worden.
Daarnaast is er een groot verschil in de manier waarop de opvoeding verloopt. De allochtone opvoeding is autoritair, ouders bepalen wat er gebeurd en de kinderen volgen dit op. De autochtone opvoeding bestaat meer uit ondersteuning en overleg, de autoritatieve opvoedingsstijl.
Onderwijs is in Nederland verplicht. Door deze verplichting moeten allochtone ouders hun waarden en normen opzij zetten en de kinderen onderwijs laten volgen. Allochtone ouders kunnen moeite hebben met de socialisatiefunctie van school. Ze willen dat hun kinderen presteren.
Vriendschappen spelen een belangrijke rol in het leven van een adolescent. Ze zorgen voor het aanleren van waarden en normen en de ontwikkeling van het zelf en de eigen identiteit. Vriendschappen tussen twee culturen zijn meer te zien binnen school, de keuzevrijheid van jongeren is beperkter. Buiten school is er vaker een scheiding te zien van vriendschappen. Het sociale milieu speelt hierbij een belangrijke rol, ook de verblijfsduur van allochtone jongeren maakt deel uit van de mate waarin vriendschappen tussen twee culturen ontstaan.
Op het Florijn College is gedurende het schooljaar 2008-2009 de populatie autochtone - allochtone leerlingen in leerjaar 1, 2 en 3 als volgt verdeeld. 84% van de leerlingen is autochtoon en 16% van de leerlingen is allochtoon. Procentueel heeft de allochtone leerling ook vaker de school verlaten 22,6% dan de autochtone leerling 13,9%.
Wat opvallend is dat wanneer men kijkt naar het aantal keren dat een leerling verwijderd is, te laat gekomen is of absent is geweest de autochtone leerling de bovenhand voert. Maar wanneer men kijkt naar het aantal personen dat verwijderd is, te laat gekomen is of absent is geweest de allochtone leerling de bovenhand voert.
Docenten kijken verschillend tegen de situatie op het Florijn College aan. Er wordt veel gesproken over rolbevestiging. De gedachten zijn er dat een allochtone jongere bijvoorbeeld te laat gaat komen en als dit dan daadwerkelijk gebeurd, kunnen docenten denken: 'zie je nou wel'. Allochtonen zijn in de minderheid op de school. Ze vormen grote groepen, dit zie je doordat de eerste jaars aansluiten bij de oudere jaars. Of de allochtone groep op het Florijn College voor problemen zorgt wordt in het midden gelaten de één vermoedt van wel, de ander van niet.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2009 |
Type | Bachelor |
Taal | Engels |