Klankonderwijs in groep 1?
het versterken van het fonologisch bewustzijn bij successief meertalige kleutersKlankonderwijs in groep 1?
het versterken van het fonologisch bewustzijn bij successief meertalige kleutersSamenvatting
Dit kleinschalig kwalitatief actieonderzoek vindt plaats op een reguliere basisschool waarvan 64% van de jongste kleuters successief meertalig is. Deze kleuters worden thuis in één taal opgevoed en leren de tweede taal door de omgeving (Van Gelder & Visser, 2005). In januari 2019 heeft groep drie de AVI en DMT toets (AVI en DMT, z.j.) onvoldoende gemaakt. 58% van de leerlingen die een onvoldoende scoorden op de DMT-toets zijn successief meertalig. Ook zijn de resultaten van de dyslexiesignalering groep 2 (Van Druenen, Scheltinga, Wentink, & Verhoeven, 2017) en de signaleringstoetsen van Veilig leren lezen (Veilig leren lezen, z.j.) gemiddeld onvoldoende. De onderzoeksschool wil de resultaten vanuit de basis (kleuters) verbeteren. Goorhuis en Schaerlaekens (2005) geven aan dat baby’s tijdens de prelinguale fase klanken leren onderscheiden. Bij successief meertalige kinderen is het niet vanzelfsprekend dat zij alle Nederlandse klanken kunnen onderscheiden en produceren (Coenen & Heijdenrijk, 2017). Zij hebben als baby geen Nederlands taalaanbod gekregen. Daar hebben zij klankonderwijs voor nodig. Om goed te leren lezen en spellen is het belangrijk dat het fonologisch en fonemisch bewustzijn goed zijn ontwikkeld (HCO, 2016). Tijdens dit kleinschalig onderzoek wordt onderzocht op welke wijze klankonderwijs het fonologisch bewustzijn bij successief meertalige kleuters uit groep 1 kan versterken. Dit wordt onderzocht door het ontwikkelen van een nieuwe aanpak waarin het klankonderwijs, gebaseerd op de visie van Coenen & Heijdenrijk (2017, )een rol speelt. Door het afnemen van een nulmeting wordt onderzocht welke klanken de kleuters onvoldoende beheersen. Deze klanken staan vervolgens centraal tijdens de klanklessen. Vanuit de bestudeerde theorie worden materialen en werkvormen geanalyseerd die tijdens de activiteiten, gericht op de bevordering van het fonologisch bewustzijn, worden ingezet. Belangrijke aspecten waar rekening mee wordt gehouden zijn de visie van de onderzoeksschool, een bij kleuters passend onderwijsaanbod en het thematisch werken. De geselecteerde materialen en werkvormen worden samengevat in lesbeschrijvingen. De lessen worden door de leerkrachten en de onderwijsassistente van groep 1-2 uitgevoerd en door middel van een interview met de leerkrachten geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt de volgende les voorbereid. Het uiteindelijke doel is om een type les te ontwerpen die de leerkracht per klank kan aanpassen, zodat het fonologisch bewustzijn bij successief meertalige kleuters uit groep 1 wordt versterkt. Tijdens de lessen maakt de onderzoeker gebruik van video-observatie. Aan de hand van de videobeelden en de Leuvense betrokkenheidsschaal (Laevers, 1987) wordt de betrokkenheid van de kleuters geobserveerd. Met deze gegevens kan antwoord worden gegeven op de vraag hoe de kleuters de activiteiten om het fonologisch bewustzijn te versterken ervaren. Dit wordt geobserveerd omdat kleuters niet toetsbaar zijn (Goorhuis, 2014). De gegevens uit de observaties worden tevens gebruikt tijdens het voorbereiden van een nieuwe les. Met dit onderzoek wil ik en antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvraag: ‘Op welke wijze kan klankonderwijs het fonologisch bewustzijn voor successief meertalige kleuters uit groep 1 versterken?’. Vanuit het onderzoek blijkt dat het in kaart brengen van de beginsituatie belangrijk is. Vervolgens moeten de aan te bieden klanken worden geselecteerd. Voor de les waarin een nieuwe klank wordt aangeboden, kan gebruik worden gemaakt van de basisles uit tabel 12 (pagina 27). Deze les kan naar eigen inzicht door de leerkracht worden aangepast. Voor de herhalingsles is nog geen vaste lesopzet ontwikkeld. Hier is meer onderzoek voor nodig. Het is belangrijk dat de leerkracht werkvormen selecteert die de betrokkenheid vergroot. Om de betrokkenheid aan te houden is het aan te raden om de les maximaal 15 minuten te laten duren. Het inzetten van uitnodigend visueel materiaal is een voorwaarde.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Master Educational Needs |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Datum | 2019-06-11 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |