Eenzaamheid en autisme
"mens wat ben je mooi zoals je bent"Eenzaamheid en autisme
"mens wat ben je mooi zoals je bent"Samenvatting
Dit onderzoeksrapport gaat over eenzaamheid onder cliënten met een diagnose in het Autisme Spectrum Stoornis (ASS) in de leeftijdscategorie achttien tot dertig jaar. Eenzaamheid is een complex fenomeen binnen zorginstellingen en komt vele maler vaker voor dan dat er wordt gedacht. De cijfers die bekend zijn rondom eenzaamheid zijn schrikbarend hoog. Wanneer de cijfers worden omgezet houdt het in dat iedereen in Nederland iemand om zich heen heeft die eenzaam is of eenzame gevoelens ervaart. Sinds de veranderingen in 2015 is de huidige verzorgingsstaat zo ingericht dat mensen langer thuis blijven wonen en wordt er geacht dat zij dienen mee te participeren in de maatschappij. Dit zorgt ervoor dat mensen een beroep moeten doen op hun zelfstandigheid en hun netwerk. Vaak blijkt dat niet tot nauwelijks lukt, omdat niet iedereen beschikt over een netwerk of dat algemene dagelijkse behoeftes niet tot stand komen.
De cliënten met ASS beschikken vaak niet over de vaardigheden rondom het leggen van sociale contacten wat ervoor zorgt dat er een belemmering plaatsvindt om een beroep te doen op het sociale netwerk van de cliënt. Veelal zijn de persoonlijk begeleiders het eerste aanspreekpunt van de cliënt, maar door de bezuinigingen in de zorg is het voor de zorgprofessionals niet altijd mogelijk om de cliënt hierin te ondersteunen. Indicaties worden veelal te snel afgeschaald, waardoor ook de zorgprofessionals van organisatie X zien dat cliënten lijden aan eenzaamheid. Eenzaamheid is een probleem bij de cliënten van organisatie X en er zijn maar weinig handvaten ontwikkeld rondom dit thema. Zorgprofessionals signaleren het probleem rondom eenzaamheid wel, maar er heerst nog veel onzekerheid op dit gebied.
De doelstelling van dit onderzoek is het opdoen van kennis over eenzaamheid en ASS. Centraal voor dit onderzoek staat hoe eenzaamheid wordt ervaren onder de zorgprofessionals en de cliënten van zorgorganisatie X. Daarnaast is het van belang welke wensen er binnen de organisatie liggen om zo eenzaamheid te kunnen reduceren. Om vervolgens te kijken hoe dit alles ingezet kan worden bij de ambulante begeleiding van zorgorganisatie X. Al deze vragen hebben ertoe geleid dat er een hoofdvraag is ontstaan en deze luidt als volgt; Hoe kan een ambulant begeleider van organisatie X te Eindhoven ondersteuning bieden aan cliënten met ASS in de leeftijdscategorie achttien tot dertig jaar in het opbouwen van een sociaal netwerk, waardoor eenzaamheid kan worden gereduceerd?
Om een duidelijk en helder antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag heeft er vooraf een kwalitatief onderzoek plaatsgevonden aan de hand van literatuuronderzoek en interviews (Boeije,2014). Voor dit onderzoek is er gekozen voor gestructureerde interviews bij twee respondentengroepen namelijk, vier cliënten met ASS die ambulante begeleiding krijgen vanuit zorgorganisatie X en zes zorgprofessionals die werkzaam zijn bij zorgorganisatie X. De vragen die voor het interview zijn gebruikt vloeien voort uit theorie die is toegevoegd in het theoretisch kader hoofdstuk twee van het onderzoeksrapport. Op basis van de interviews zijn er resultaten in hoofdstuk vier beschreven en hiervan zijn conclusies getrokken die tot antwoorden hebben geleid van zowel de deelvragen als de hoofdvraag.
Wanneer informatie vanuit de respondentengroep nader onder de loep wordt genomen blijkt dat er nog veel onzekerheid heerst rondom het signaleren van eenzaamheid en het vervolgens aanpakken van de eenzaamheid. Signaleren gebeurt op dit moment vaak nog vanuit eigen inzicht en kennis, maar wanneer de organisatie werkt met een signalenkaart zal dit uiteindelijk vanuit een aanpak worden gedaan. Cliënten geven hierin duidelijk terug dat zij vinden dat zorgprofessionals dienen te beschikken over een passend competentieprofiel, waarbij een zorgprofessional een luisterend oor dient te bieden, empathie dient te tonen en handvaten durft aan te reiken richting de cliënt. Voor de cliënten geeft dit de basis voor een vertrouwensband tussen zorgprofessional en cliënt. Het is van belang dat de zorgprofessional een oog heeft voor details rondom eenzaamheid en dat er antwoord gegeven kan worden op de specifieke hulpvragen van de cliënt. Aanbevelingen die voortgekomen zijn uit de resultaten zijn voor zowel de zorgprofessionals als de organisatie.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Datum | 2020-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |