Samenvatting

In dit exploratief en vergelijkend onderzoek wordt middels een interview, vragenlijsten en verschillende documentonderzoeken geanalyseerd of de huidige toetsing binnen de beroepspraktijk nog passend is om het functioneringsniveau van de leerlingen op rekengebied te bepalen wanneer volgens de Passende Perspectieven is gewerkt. Het onderzoek geeft met behulp van de onderzoeksmethoden en data-analyse antwoord op de onderzoeksvraag:

Welke aanpassingen in het gebruik van de summatieve en formatieve toetsen binnen mijn beroepspraktijk zorgen ervoor dat deze toetsen het juiste functioneringsniveau op rekengebied van de leerlingen uit groep 8B en 8C van mijn beroepspraktijk bepalen, wanneer structureel met de leerroutes van de Passende perspectieven is gewerkt? Er wordt aandacht besteed aan de verschillende summatieve en formatieve toetsen die gebruikt worden binnen het rekenonderwijs in de beroepspraktijk. Hierin spelen de Cito LVS-toetsen Rekenen-Wiskunde voor speciale leerlingen de grootste rol, aangezien deze toetsen het functioneringsniveau van de leerlingen bepalen. Het onderzoek richt zich op het verzamelen en analyseren van toetsgegevens en geeft naar aanleiding van deze bevindingen adviezen over de inrichting van het onderwijs op het gebied van rekenen, om die reden wordt opbrengstgericht werken (OGW) (Faber, van Geel & Visscher, 2013) uitgebreid besproken en behandeld in een van de deelvragen.

Na afloop van dit onderzoek blijkt dat met name de leerlingen in leerroute 3 van Passende Perspectieven een essentieel gedeelte van de basiskennis om een voldoende te behalen missen. Door de discrepantie tussen de Cito LVS-toetsen en de in de leerroutes aangeboden lesstof kunnen de leeropbrengsten van een half jaar niet volledig gemeten worden. Hierdoor kan geen betrouwbaar functioneringsniveau berekend worden en zal er een aanpassing in het gebruik van deze summatieve toets gedaan moeten worden om de toets aan te laten sluiten op de leerroutes van Passende Perspectieven.