Succes, een onderzoek naar het pedagogisch klimaat in een groep 6
Succes, een onderzoek naar het pedagogisch klimaat in een groep 6
Samenvatting
In dit onderzoek ben ik gaan kijken hoe ik ervoor kan zorgen dat er een positieve sfeer in de klas ontstaat waardoor de kinderen zich veilig voelen en met plezier naar school gaan.
In de schoolgids staat dat de missie van onze school luidt: "Klim-Op wil kwalitatief goed onderwijs bieden aan de kinderen. Dit doen wij vanuit het gegeven dat het belangrijkste is dat kinderen met plezier naar school komen. Naast de aandacht voor het cognitieve (het leren) vinden we het ook belangrijk dat we de kinderen kennis laten maken met sociale, emotionele, motorische, creatieve en culturele vaardigheden. Uiteindelijk doel is dat kinderen zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Dit alles gebeurt in een sfeer van vertrouwen en in een sfeer waarin kinderen zichzelf durven te zijn".
Aan het begin van het schooljaar kon ik in mijn klas die goede sfeer niet altijd bieden. De groep had zich als een negatieve groep ontwikkeld. Een negatieve groep kent verschillende rollen, die helaas vaak een negatieve kleur aannemen. De enige leidinggevende rol wordt vervuld door de dictator. Hij houdt de groep bijeen door te zorgen dat anderen slachtoffer worden. Hij doet steeds zijn best om de baas te blijven. De plaats van de dictator wordt bedreigd door de intrigant, die vooral bezig is met roddelen, pesten en omkopen. Het uiteindelijke doel van de intrigant is het overnemen van de rol van de dictator. Dit doet hij door medestanders te zoeken in de groep. Die medestanders zijn de meelopers. Zolang ze meelopen, kan hen niets gebeuren. Zij voelen zich veilig door een dictator of een intrigant te steunen. Dan is er een leerling die vaak wordt gepest, de zondebok. In een negatieve groep wordt de rol van de zondebok als bliksemafleider gebruikt voor de frustraties over het slecht functioneren van de groep.
De leerkracht speelt in de ontwikkeling van de negatieve groep een specifieke rol: hij biedt onvoldoende veiligheid door te weinig structuur en regels te geven en door te weinig op te komen voor de gewenste waarden en normen. Negativiteit neemt niet alleen bezit van de groep, maar ook van de leerkracht. Bij leerling en leerkracht leidt het negatieve karakter van de groep tot gevoelens van incompetentie, afhankelijkheid en isolement in plaats van goede en werkbare onderlinge verstandhoudingen. Er is geen wederzijdse waardering en wederzijds respect. Omdat de vervulling van de basisbehoeften ontbreekt, dreigt het onderwijsproces vast te lopen. Alle energie gaat zitten in het negatieve groepsproces.
Dit werd al snel door mij en collega's geconstateerd. Daarom heb ik hulp gevraagd en
gekregen door middel van observaties gevraagd. Ook heb ik verschillende cursussen
gevolgd die bijgedragen hebben aan een voor mij werkbare situatie.
De volgende punten zijn daar uit gekomen en pas ik nu toe in mijn klas:
- Ik reageer op de 'kanjermethode' bij gedragsproblemen in de klas.
- Voor een select groepje dat de meeste gedragsproblemen vertoont een duidelijke straf afgesproken met de IB'er.
- Een individueel beloningssysteem door middel van een stempelkaart.
- Een groepsbeloningssysteem door middel van rijst in een doorzichtige bak.
- De kinderen benoemen wekelijks positieve punten van elkaar tijdens de weekafsluiting.
- Ik heb een stilteteken afgesproken.
- Afwisseling in leren / werken / ontspanning bijvoorbeeld d.m.v. concentratieoefeningen
- Ik werk met een 'echt' stoplicht in de klas, nu is de rode tijd duidelijk zichtbaar voor de kinderen. Er zit ook een toetertje op het stoplicht, als het stil moet zijn druk ik op de toeter en moet het binnen 3 tellen stil zijn.
- De kinderen zitten twee aan twee. Ze werken vaak samen met dezelfde persoon (maatje) om ruzie over groepjes of buitensluiten te voorkomen. Niemand zit alleen, ook niet als het vaak storend gedrag vertoont.
- Ik sta 's morgens bij de deur als kinderen de klas binnenkomen. Ik begroet de kinderen en verwacht ook van kinderen dat ze me dan aankijken en begroeten.
- Ik toon interesse in leerlingen en vraag regelmatig naar gebeurtenissen buiten school. Ik ga bijvoorbeeld ook wel eens naar voorstellingen of wedstrijden van kinderen kijken buiten school. Dat is niet alleen leuk om te zien maar de kinderen vinden het ook erg leuk als 'de juf' komt kijken.
- Ik heb positieve verwachtingen van de kinderen en spreek die ook uit.
- Ik geef de kinderen zoveel mogelijk complimenten. Probeer dus heel erg alert te zijn op dingen die goed gaan.
- Ik straal zelfvertrouwen uit en geef duidelijk aan wie de 'baas' is in de klas.
- Ik heb een goed overzicht vanuit mijn bureau, instructietafel en voor in de klas.
- Ik durf fouten toe te geven aan de kinderen.
- Ik probeer zoveel mogelijk met humor op te lossen maar gebruik niet te veel sarcasme dat kinderen verkeerd op kunnen pikken.
- Ik ga met plezier naar mijn werk en straal dat ook uit.
- Ik zorg voor uitdagende opdrachten en probeer de kinderen af en toe te verrassen door iets anders dan verwacht te doen.
- Ik zorg dat ik in de belevingswereld van de kinderen zit zodat het ze aanspreekt.
Dit werkt voor mij, ik kan het jaar op een positieve manier afsluiten. Volgend schooljaar zal de klas echter toch nog met de andere groep 6 gemixt worden en ligt er een belangrijke taak bij de leerkrachten van groep 7, een positieve sfeer in beide groepen creëren en behouden.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2010 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |