De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Knekelkuilen van de begraafplaats bij de St. Eusebius kerk

Analyse secundair gedeponeerd botmateriaal te Arnhem

Open access

Knekelkuilen van de begraafplaats bij de St. Eusebius kerk

Analyse secundair gedeponeerd botmateriaal te Arnhem

Open access

Samenvatting

Bij de archeologische opgraving van de oude begraafplaats in de zomer van 2017 te Arnhem bij de Eusebiuskerk zijn verschillende knekelkuilen gevonden, deze dateren uit de 14e tot de 19e eeuw. Knekelkuilen zijn kuilen op begraafplaatsen waarin geruimde graven van individuen werden herbegraven. Twee knekelkuilen van deze opgraving, spoor 935 en spoor 956, zijn uitgekozen om nader te onderzoeken. Spoor 935 is geselecteerd vanwege de opmerkelijke vondst van een chirurgisch open gezaagde schedel en spoor 956 is geselecteerd als vergelijking voor spoor 935. In dit onderzoek wordt onderzocht welke fysisch-antropologische kenmerken er zijn af te leiden van het secundair gedeponeerd botmateriaal en wat deze betekenen.
Het doel van dit onderzoek is om de beste methoden om een goed fysisch-antropologisch onderzoek uit te kunnen voeren op knekelkuilen en los botmateriaal te achterhalen, de inhoud van de knekelkuilen te onderzoeken en uiteraard een inventarisatie te maken van de aangetroffen fysisch-antropologische kenmerken en de betekenis hiervan. Hiervoor is de volgende hoofdvraag opgesteld: “Welke fysisch-antropologische kenmerken zijn af te leiden van het secundair gedeponeerd botmateriaal uit de knekelkuilen in put 10 die bij het onderzoek Arnhem, Jansbeek zijn aangetroffen en wat betekent dit?”.
Om de hoofdvraag te beantwoorden is er eerst onderzoek gedaan naar de verschillende fysisch-antropologische methoden om hiermee het minimumaantal individuen, het geslacht, de leeftijd, de lichaamslengte en de onregelmatigheden op de botten te bepalen. Vervolgens is het botmateriaal met behulp van deze methoden geanalyseerd en geïnventariseerd, is de achtergrondinformatie over de knekelkuilen en de ligging geschetst, en kon de betekenis van de bevindingen worden beschreven.
Los skeletmateriaal zoals de inhoud van knekelkuilen wordt vaak gedeselecteerd bij opgravingen van begraafplaatsen omdat dit minder complete informatie omvat. De focus ligt dan vaak op individuele begravingen (complete skeletten) waarbij determinaties gecombineerd kunnen worden en er dus meer informatie onttrokken kan worden. Om toch zoveel mogelijk informatie te krijgen van het losse botmateriaal uit deze knekelkuilen zijn verschillende skeletonderdelen en de beste determinatie methoden uitgekozen (die het beste op los botmateriaal zijn toe te passen). 
Om het minimumaantal individuen te bepalen is gebruikt gemaakt van het skeletonderdeel met het hoogste aantal, in beide sporen is dit de femur. De lichaamslengte wordt door middel van een berekening bepaald aan de hand van femur, in beide sporen konden ook de femur gebruikt voor de berekening van de lichaamslengte. Voor de geslachtsbepaling is in beide sporen gebruik gemaakt van het cranium, het os coxae, de femur, de humerus en de tibia. Voor de leeftijdsbepaling is er in spoor 935 gebruik gemaakt van het cranium, het os coxae, de clavicula, de femur, de humerus, de phalanges, de metacarpalia, de fibula, de radius, de ulna, het sacrum, de tibia en de vertebrae. In spoor 956 is er voor de leeftijdsbepaling gebruik gemaakt van het cranium, het os coxae, de clavicula, de femur, de humerus, de phalanges, de fibula, de radius, de ulna, het sacrum, de tibia en de vertebrae. Deze skeletonderdelen zijn vervolgens onderzocht, beoordeeld en gedetermineerd.
Uit het onderzoek bleek dat spoor 935 met een omvang van 1,4 bij 1,4 m op de begraafplaats, een inhoud van 280 botten en een minimumaantal individuen van 20, een grotere knekelkuil is dan spoor 956. Spoor 956 had een omvang van 1 bij 0,6 m op de begraafplaats, bestaat uit 127 botten en heeft een minimumaantal individuen van 11.
De diepte van de knekelkuilen is niet opgemeten (tijdens de opgraving), spoor 935 is aangetroffen in het veld op vlak 11 en spoor 956 is dieper aangetroffen, op vlak 13. De knekelkuilen dateren vermoedelijk van voor 1600 n.Chr. omdat er in een na

Toon meer
OrganisatieSaxion
OpleidingArcheologie
Datum2020-06-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk