De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De Ottoonse boeren maakten er een potje van

Het leven van Ottoonse boeren uit Groessen en Medel op basis van keramiek

Open access

De Ottoonse boeren maakten er een potje van

Het leven van Ottoonse boeren uit Groessen en Medel op basis van keramiek

Open access

Samenvatting

Dit afstudeeronderzoek is uitgevoerd in opdracht van RAAP onderzoeks- en adviesbureau voor Archeologie, Cultuurhistorie en Erfgoed. Het onderzoek betreft een vergelijking van twee vroegmiddeleeuwse vindplaatsen, Groessen en Medel, op basis van keramiek uit greppels en greppelkuilen. In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de hoofdvraag: “Wat zijn de verschillen tussen de vroegmiddeleeuwse vindplaatsen in Groessen en Medel op basis van het aangetroffen keramiek uit de Ottoonse erfgreppels?”. Dit is gedaan door onderzoek te doen naar keramiek, sociaaleconomische status, ambachtelijke activiteiten en leefomstandigheden. Het onderzoek bestond uit materiaalonderzoek en literatuuronderzoek.
De greppel en greppelkuilen die zijn aangetroffen in Groessen horen bij een erf met een huisplattegrond met een datering uit de Vroege Middeleeuwen, en enkele waterputten. In de greppel en greppelkuilen zijn veel vondsten aangetroffen, voornamelijk keramiek. Van het keramiek zijn, door middel van materiaalonderzoek, de bakselsoorten, herkomst, datering en gebruiksfunctie bepaald. De resultaten hiervan waren dat kogelpot-, Paffrath en Pingsdorf aardewerk het meest in de greppel en greppelkuilen voorkwamen. De datering van de scherven valt in de Ottoonse tijd (900 tot 1050) en in de Volle Middeleeuwen (1050 tot 1200). In combinatie met de opbouw van de greppel, is de conclusie getrokken dat het erf twee fases heeft gekend. Het kogelpot aardewerk is de grootste bakselgroep, waardoor gezegd kan worden dat het meeste aardewerk lokaal vervaardigd is. De overige bakselsoorten komen uit het Rijnland en Maasland. Alle potten die zijn aangetroffen hebben een gebruiksfunctie dat valt onder huisraad, oftewel kookgerei, opslaggerei of tafelgerei. Op basis van de resultaten van het materiaalonderzoek en literatuuronderzoek is geprobeerd de sociaaleconomische status, de ambachtelijke activiteiten en de leefomstandigheden te bepalen. De bewoners van het erf, tijdens fase 1 van Groessen, zullen waarschijnlijk vrije boeren met een gemiddelde sociaaleconomische status zijn geweest, die grotendeels zelfvoorzienend waren. De bewoners voerden ambachten uit zoals het bakken van kogelpotten, textielbewerking, metaalbewerking en het malen van graan. Naast deze ambachten verbouwden de bewoners gewassen en verzorgden de bewoners dieren. Tijdens fase 2 van Groessen waren de bewoners van het erf in Groessen waarschijnlijk horigen van de graaf van Kleve. Het leven zal waarschijnlijk grotendeels hetzelfde zijn geweest, behalve dat de bewoners minder ambachten uitvoerden dan tijdens fase 1.
De vindplaats die in 2014 in Medel is aangetroffen, is in 2017 onderzocht. De greppels en greppelkuilen, waar in dit onderzoek naar gekeken is, waren verspreid over het erf en bevatten veel keramiek. De resultaten zoals beschreven in het rapport zijn dat kogelpot-, Pingsdorf en Paffrath aardewerk de meest voorkomende bakselsoorten waren. Het kogelpotaardewerk is de grootste bakselgroep, waardoor gezegd kan worden dat het meeste aardewerk lokaal vervaardigd is. De overige bakselsoorten komen uit het Rijnland en Maasland. Al het keramiek dateert uit de Ottoonse tijd (900 tot 1050) en alle potten die zijn aangetroffen hebben een gebruiksfunctie dat valt onder huisraad, oftewel kookgerei, opslaggerei of tafelgerei. De greppels en greppelkuilen lagen verspreid over een erf. Op dit erf was één bewoningsfase aanwezig. Het erf was in drie delen gesplitst, in het westelijke gedeelte woonden de mensen, in het centrale gedeelte werden ambachtelijke activiteiten uitgevoerd en in het oostelijke gedeelte werden gewassen verbouwd en opgeslagen. De ambachtelijke activiteiten die de bewoners uitvoerden waren onder andere metaalbewerking, het bakken van kogelpotten en het malen van graan. De bewoners van het erf zullen waarschijnlijk vrije boeren met een gemiddelde sociaaleconomische status zijn geweest, die grotendeels zelfvoorzienend waren

Toon meer
OrganisatieSaxion
OpleidingArcheologie
Datum2023-07-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk