Onderwijs in diergezondheid op mbo 4 Productiedieren
Onderwijs in diergezondheid op mbo 4 Productiedieren
Samenvatting
Diergezondheid staat steeds meer in de maatschappelijke belangstelling na uitbraken van zoönosen als Q-koorts en BSE. Ook het antibiotica gebruik in de veehouderij is een belangrijk punt voor de maatschappij. In de in 2009 opgestelde Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij staan als speerpunten dan ook vermindering van het geneesmiddelengebruik en de kentering van dierziektebestrijding naar gezonde dieren. Dierhouders zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de gezondheid van hun dieren. Daarom is het belangrijk dat kennis en kunde over diergezondheid bij de dierhouders terecht komt. Eén manier omdat te doen is kennis en kunde overbrengen in het groene onderwijs. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft in het groene onderwijs 12 AOC’s en één ROC met een groene afdeling in Nederland. Op een aantal van deze instellingen wordt de opleiding Productiedieren op niveau 4 aangeboden. Hier worden jonge veehouders opgeleid. Om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen is er per ministeriele regeling door Aequor een Kwalificatiedossier opgesteld. Hierin staan de eisen waaraan het onderwijs moet voldoen. Om te onderzoeken hoe het staat met het onderwijs in diergezondheid bij de opleiding productiedieren op niveau 4 wordt de volgende vraag gesteld: “Op welke wijze komt diergezondheid aan bod bij de opleiding Productiedieren op niveau 4 van het mbo en voldoet dit aan de eisen die gesteld worden aan de opleiding?”Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn zeven docenten van de opleiding geïnterviewd en is het lesmateriaal dat zij gebruiken onderzocht. Uit deze data is gebleken dat er verschillen zitten in de manier waarop diergezondheid wordt aangeboden. Zo wordt niet op elke instelling diergezondheid als op zichzelf staand vak gegeven. Ook worden verschillende onderwerpen behandeld per onderwijsinstelling. Dit komt mogelijk door de multi-interpretabele eisen die gesteld worden aan dit onderwerp. Daarnaast is er volgens de meeste docenten behoefte aan degelijk lesmateriaal. Het onderzoek laat zien dat er slechts één boek is over zoönosen en antibioticagebruik, dit boek wordt slechts door één docent gebruikt. De docenten zouden graag een boek willen hebben over (infectie)ziekten. Opvallend is dat de docenten weinig of geen inzicht hebben in wat er op andere scholen wordt gedaan bij het onderwijs in diergezondheid.Uit dit onderzoek zijn de volgende aanbevelingen naar voren gekomen: het onderzoek naar lesmateriaal uitbreiden; basislesprogramma diergezondheid opstellen; geld en tijd vrijmaken voor netwerkbijeenkomsten.
Organisatie | Van Hall Larenstein |
Afdeling | Diermanagement |
Partner | Hogeschool Van Hall Larenstein |
Lectoraat Welzijn van dieren, Hogeschool Van Hall Larenstein | |
Datum | 2014-01-15 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |