Oudere Kind meertaligheid
In hoeverre kan de leerkracht in de basisschool in Duitsland begeleiding bieden uitgaand van de verschillen in het tweede taalniveau van de leerlingen uit Nederland?Oudere Kind meertaligheid
In hoeverre kan de leerkracht in de basisschool in Duitsland begeleiding bieden uitgaand van de verschillen in het tweede taalniveau van de leerlingen uit Nederland?Samenvatting
In dit onderzoek worden aanbevelingen gegeven over hoe de leerkrachten op de basisschool in Duitsland begeleiding kunnen bieden uitgaand van de verschillen tussen de tweede taalverwerving van leerlingen uit Nederland. Het doel van mijn onderzoek is om erachter te komen wat de oorzaken voor de verschillen in de tweede taalverwerving van Nederlandse kinderen zijn en hoe men hieraan kan werken. Hierbij wordt rekening gehouden met de aspecten van het eerste en tweede taalverwervingsproces.
Om het antwoord op mijn onderzoeksvraag te krijgen, moet men in eerste instantie duidelijk voor ogen hebben, hoe een kind de moedertaal leert. Het kind leert volgens de theorie de moedertaal onbewust, door de communicatie met de omgeving. Hiervoor is het belangrijk dat het kind goed functionerende zintuigen heeft. Vooral het gehoor van een kind is belangrijk bij het verwerven van een taal. Op een zes jarige leeftijd heeft het kind alle facetten van de moedertaal geleerd en breidt alleen maar zijn woordenschat uit. De moedertaalverwerving is een individueel proces en verschilt daardoor van mens tot mens. De omgeving waarin een kind opgroeit en de intelligentie van een kind zijn grotendeels verantwoordelijk voor de taalontwikkeling van een kind. Als een kind in een taalarme omgeving opgroeit, zal zich het kind veel minder woorden eigen maken, als een kind in een taalrijke omgeving. Als een kind meertalig opgroeit, hoort het meestal vanaf zijn geboorte twee of meer talen in zijn naaste omgeving. Hierdoor verwerft het kind als het “simultaneous” opgroeit, meteen beide talen. Een andere manier van meertalig opgroeien is “sequential”. Dat betekent dat het kind thuis de moedertaal spreekt en op een anderstalige school of dagverblijf gaat. Ook hier leert het kind als er genoeg aan het begrijpen (input) en spreken (output) gewerkt wordt, beide talen. Ook de tweede taalontwikkeling is een individueel proces en afhankelijk van de omgeving en het contact met de taal. Als een kind maar weinig contact met mensen van de ene taal heeft, zal deze taal veel minder niveau hebben, als een taal die het kind dagelijks moet gebruiken. Kinderen die op een latere termijn in hun leven meertalig worden, leren de tweede taal volgens een vast patroon en niet meer spelenderwijs. Dat komt omdat de kinderen al hun moedertaal volledig verworven hebben en daardoor op de grammaticale gegevens van de moedertaal terug kunnen grijpen. Deze kinderen leren de tweede taal gefocust op school, gebaseerd op regels en geleid door een leerkracht. De conclusie maakt uiteindelijk duidelijk dat taalverwerving een individueel proces is waarbij een aantal aspecten uit de omgeving bepalend zijn voor de ontwikkeling. Er kan geconcludeerd worden dat er een samenhang is tussen de integratie van de Nederlandse kinderen op de ‘Grundschule’ en van de Nederlandse ouders. Als de ouders goed in Duitsland geïntegreerd zijn, hebben ook de kinderen weinig problemen met de integratie en met de Duitse taal. Ook de begeleiding van de leerkracht is belangrijk bij het tweede taalontwikkelingsproces van de Nederlandse leerlingen. De leerkracht op de ‘Grundschule’ moet het kind steun bieden bij het leren van de tweede taal en het zelfvertrouwen door positieve feedback sterken. Dat kan gebeuren door het bieden van extra uitleg aan de Nederlandse kinderen, extra lessen Duits voor de Nederlandse kinderen, waar op de individuele problemen van de kinderen wordt ingegaan.
Organisatie | NHL Stenden Hogeschool |
Opleiding | Opleiding tot Leraar Basisonderwijs |
Afdeling | Academie Primair Onderwijs |
Datum | 2014-12-12 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |