Er is al ellende genoeg: een kwalitatief onderzoek naar hoe humor ingezet kan worden tijdens de dagbestedingsbegeleiding van mensen met niet-aangeboren hersenletsel
Er is al ellende genoeg: een kwalitatief onderzoek naar hoe humor ingezet kan worden tijdens de dagbestedingsbegeleiding van mensen met niet-aangeboren hersenletsel
Samenvatting
Tijdens de stage werd gesignaleerd dat een jongeman met niet-aangeboren hersenletsel (NaH) vaak grapjes maakte tijdens de sociale vaardigheidstraining. Echter wanneer er een grapje door de begeleider werd gemaakt, ontstond er miscommunicatie. Deze miscommunicatie heeft tot vervelende situaties geleid, wat uiteindelijk resulteerde in het verliezen van het vertrouwen van de jongeman. Aan de hand van dit signaal is het besluit genomen om te onderzoeken op welke manier humor ingezet kan worden jegens mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Uit literatuuronderzoek blijkt dat er gemiddeld 85.000 mensen per jaar hersenletsel oplopen, waarvan er 15.000 overlijden. De overige 70.000 mensen blijven leven met restverschijnselen, waaronder een veranderd gevoel voor humor. Humor is een vorm van communicatie. Miscommunicatie, of het verkeerd interpreteren van humor, kan sneller plaatsvinden wanneer er gecommuniceerd wordt met mensen die hersenletsel hebben. Echter blijkt ook dat humor van essentieel belang is in het leven van de mens. Het doel van dit onderzoek was daarom om meer inzicht te krijgen in hoe humor ingezet kan worden tijdens de dagbestedingsbegeleiding van mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Onderzocht is hoe mensen met NaH bejegend willen worden met humor, welke factoren meespelen betreft de waardering van humor en hoe er gebruik wordt gemaakt van humor in de thuissituatie van mensen met NaH. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: "Op welke manier kan humor ingezet worden tijdens de dagbestedingsbegeleiding van mensen met niet-aangeboren hersenletsel op de locatie Purmergeul van Odion?" De data van dit kwalitatieve onderzoek zijn verzameld aan de hand van zes interviews, drie observatiemomenten en literatuuronderzoek. Uit de resultaten is gebleken dat mensen met NaH, zowel op de dagbestedingslocatie als thuis, voornamelijk bejegend willen worden met- en gebruik maken van zelfspot en galgenhumor. Deze vormen van humor werken relativerend en dragen een steentje bij om in moeilijke tijden overeind te blijven. Daarnaast is gebleken dat miscommunicatie op de dagbestedingslocatie voorkomen kan worden door de humor te benoemen, zo wordt het voor iedereen duidelijk dat er een grapje gemaakt wordt. Ook is uit de resultaten gebleken dat vertrouwen een basisvoorwaarde is betreft de waardering van humor binnen een groep. Uit dit onderzoek is gebleken dat humor van essentieel belang is in het leven van mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Om dit adequaat in te zetten tijdens de dagbestedingsbegeleiding is het, zoals eerder aangegeven, belangrijk dat er vertrouwen is binnen de groep. Het vertrouwen bepaalt namelijk de waardering van humor. Daarnaast is gebleken dat zelfspot en galgenhumor twee belangrijke vormen van humor zijn tijdens de begeleiding. Ook het gebruik van "flauwe humor" wordt gewaardeerd onder de cliënten. Tot slot is gebleken dat humor niet geforceerd moet worden, het moet spontaan blijven.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Maatschappelijk Werk en Dienstverlening |
Afdeling | Maatschappij en Recht |
Jaar | 2019 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |