Thin is going to win?
Thin is going to win?
Samenvatting
Achtergrond: Eetproblemen in de topsport is een onderwerp aan de schaduwzijde van de medaille. Eetproblemen komen vaker voor onder de topsport uitvoerende bevolking dan onder de gewone bevolking. Topsport is dan ook balanceren op een dun randje. Uit eerder onderzoek blijkt dat eetstoornissen veel voorkomen in de esthetische en duursporten. Body Project NL, een project van sportpsycholoog dr. Karin de Bruin, zet stappen in de preventie van eetstoornissen onder sporters. Het team van Body Project NL geeft groepstrainingen en online-trainingen waarmee geprobeerd wordt verstoord eet- en afvalgedrag onder (top)sporters te voorkomen. Voor dit project is een onderzoek uitgevoerd met als onderzoeksvraag: Op welke, volgens sporters en professionals, effectieve manier kunnen voedingsadviezen overgedragen worden in een preventietraining voor gezond en optimaal presteren zodat ze een bijdrage leveren aan gezond eet- en afvalgedrag bij topsporters met een verhoogd risico op eetstoornissen, tussen 14 en 24 jaar, uit sporten met het slankheidsideaal? Doel: Het doel van dit onderzoek was het definiëren welke voedingsadviezen in een preventietraining een bijdrage leveren aan gezond en optimaal presteren bij sporters uit diverse (risico)sporten die een slankheidsideaal omarmen en hoe deze overgebracht kunnen worden. Methoden: Het onderzoek bestond uit twee delen. Allereerst is er literatuuronderzoek gedaan naar voedingsadviezen, -patronen en -behoefte van de sporters uit esthetische en duursporten. Gevolgd door kwalitatief onderzoek met als methode het afnemen van interviews. Er zijn negen semigestructureerde interviews afgenomen. De deelnemers waren vijf sporters uit de risicosporten, vier sportdiëtisten en één coach betrokken bij de risicosporten. Het doel van de interviews was om de ervaring vanuit de praktijk van sporters en de professionals mee te kunnen nemen in de adviezen. Resultaten: Uit de literatuur kwam naar voren dat de basisvoeding het belangrijkste onderdeel is uit de voeding voor een sporter. Hierbij worden de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad aanbevolen. Daarbij moet er rekening gehouden worden met de verhoogde energiebehoefte van sporters. Sportspecifieke voeding is het volgende deel wat belangrijk is voor sporters. Hiermee kunnen ze de prestaties verbeteren en optimaal herstellen na trainingen en wedstrijden. De energie- en eiwitbehoefte per kg lichaamsgewicht van sporters van 14-18 jaar ligt hoger dan de behoefte van een sporter ouder dan 18 jaar. De reden hiervan is dat de jonge sporters nog in de groei zijn waardoor het lichaam extra energie nodig heeft. Uit zowel literatuuronderzoek als interviews blijkt dat zowel de esthetische- als duursporters een lage voedingsinname hebben. Ze schrappen volledige maaltijden of onderdelen hiervan zoals koolhydraten en vetten om af te vallen. Veel sporters durven geen ongezonde dingen te eten en wanneer dit wel gebeurt ontstaat er een schuldgevoel. Door een constant (te) lage energie-inname zijn er weinig schommelingen in gewicht te zien. Er mist kennis over voeding bij sporters. Deze kennis zou volgens diëtisten en sporters het beste op een praktische manier moeten worden overgedragen. Sportdiëtisten willen adviezen in grammen meegeven omdat er zo duidelijkheid is voor de sporter. Sporters geven aan niet graag met voedingsapps te werken en ook niet met de weegschaal omdat dit triggert tot verstoord eet- en afvalgedrag. Conclusie: Alle adviezen dienen op een praktische manier te worden overgebracht aan de sporters. Het belangrijkste aspect wat vergroot moet worden is de basiskennis over voeding. Met het verhogen van kennis kan er mogelijk een verhoging van voedingsinname bewerkstelligd worden en kan verstoord eet- en afvalgedrag voorkomen worden.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2020 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |