'Hitting it just right': Mogelijkheden tot optimalisatie van de kwaliteit van het voedingspatroon van 15 tot 18-jarige honk- en softballers
'Hitting it just right': Mogelijkheden tot optimalisatie van de kwaliteit van het voedingspatroon van 15 tot 18-jarige honk- en softballers
Samenvatting
Inleiding: Een hulpvraag vanuit de sportdiëtist bij Topsport Amsterdam gaf aanleiding tot het doel van dit onderzoek: mogelijkheden in kaart brengen tot optimalisatie van het voedingspatroon van honk- en softballers uit de S-1 groep aangesloten bij Topsport Amsterdam, ten behoeve van verbetering van de sportprestatie. Methode: Het huidige voedingspatroon is onderzocht met 5-daagse voeding- en beweegdagboeken. De sportvoedingspiramide is gebruikt als leidraad. Door middel van beschrijvende statistiek is de eerste laag, basisvoeding, beoordeeld met de richtlijnen Schijf van Vijf en Richtlijnen Goede Voeding (RGV) op het gebied van Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) voedingsmiddelen en productkwaliteit. De tweede laag, sportspecifieke voeding, is ook met beschrijvende statistiek beoordeeld op macronutrient niveau en timing van maaltijden aan de hand van bestaande richtlijnen van het IOC, de ISSN, de ACSM en de Dieetbehandelingsrichtlijn 36 Wedstrijdsport. De energiebeschikbaarheid (EBH) van de groep is met bijbehorende formule geschat en door middel van de eenzijdige one-sampled t-test en onafhankelijke t-toets geanalyseerd. Tijdens het onderzoek is gebruik gemaakt van de programma’s Nutritics en SPSS (IBM SPSS Versie 25). Resultaten: De onderzoeksgroep bestond uit 23 atleten (15 tot 18 jaar) uit de S-1 groep. Binnen de basisvoeding zijn lage innames van groente, fruit, vis, peulvruchten, noten en smeer- en bereidingsvetten en een lage productkwaliteit zichtbaar. Binnen de sportspecifieke voeding heeft de helft van de groep een lage koolhydraatinname en een hoge eiwitinname. Vetinname is vaak te hoog. De timing van koolhydraatinname rondom trainingen is vaak onder de aanbeveling. Eiwitinname na training is voor de meeste atleten te laag. De Topsport Amsterdam maaltijd verbetert de timing van macronutriënten na trainingen en inname van de ADH voedingsmiddelen. De EBH is na correctie voor onderrapportage niet significant laag, wel houden 3 atleten een te lage EBH. Conclusie: Dit onderzoek laat zien dat er veel mogelijkheden zijn tot optimalisatie van het voedingspatroon van de S-1 groep ten behoeve van de sportprestatie binnen de eerste twee lagen van de sportvoedingspiramide. Daarnaast is de EBH op groepsniveau na correctie voor onderrapportage niet significant laag maar op individuele basis kan een te lage EBH wel gevolgen hebben.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2022 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |