Springen kun je leren! Maar welke methode kies je?
Springen kun je leren! Maar welke methode kies je?
Samenvatting
Het doel van het onderzoek was om te er achter te komen of er een verschil in dynamische balans en sprongkracht is, na een lessenreeks springen van drie weken, tussen analogie leren en expliciet leren. Het onderzoek is uitgevoerd bij leerlingen uit groep 5 van de basisschool. Er werd verwacht dat de leerlingen die door middel van analogieën les hebben gehad een groter leereffect zouden laten zien dan de expliciet lerende groep. De leerlingen zijn verdeeld in twee groepen: een analogie lerende groep en een expliciet lerende groep. Beide groepen hebben een voormeting gedaan, waarna een lessenreeks van drie weken springen volgde. Na de interventie volgde nog een nameting en na een rustperiode van twee weken een retentietest. De meting bestond uit een hinkeltest waarbij de tijd en de spronggrootte is gemeten. Door middel van een two-way repeated measure ANOVA werd een significant verschil gevonden tussen de groepen op de gemeten sprongafstand (F= 3,904; p = 0,026). Bij de gemeten tijd werd er geen significant verschil gevonden (F=1,442 ;p=0,243). Ook is er gekeken of er een verschil in leereffect is tussen de voormeting, nameting en retentietest. Zowel bij de sprongafstand als bij de tijd is er een significant verschil gevonden (p = <0,001). Er kan geconcludeerd worden dat beide leermethodes een leereffect hebben laten zien en dus geschikt zijn om de sprongkracht en dynamische balans te verbeteren. Een aanbeveling voor de praktijk is om beide methodes te combineren om zo alle leerlingen te kunnen bereiken.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2019 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |