Samenvatting

Het doel van dit onderzoek was om een beter beeld te krijgen van de relatie tussen het lichamelijke, sportieve en sociale zelfbeeld en het beweeggedrag bij leerlingen uit groep 8. Aan dit onderzoek deden in totaal (N=248) leerlingen mee uit de groepen acht met een gemiddelde leeftijd van (M=12,3). Het onderzoek werd uitgevoerd op verschillende basisscholen in Amsterdam. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de CBSK-vragenlijst en een zelf samengestelde beweegvragenlijst. Vanuit de CBSK-vragenlijst zijn de subschalen sociale acceptatie, fysieke verschijning en sociale vaardigheid gebruikt. Vanuit de beweegvragenlijst zijn twee uitkomstmaten gebruikt. Namelijk de duur van het buitenspelen na school en of hoevaak er eventueel met de auto of OV naar school wordt gegaan. De data is middels de Spearman’s rho correlatie statisch beoordeeld. Gezien de resultaten uit het onderzoek, bestaat er geen relatie tussen het beweeggedrag en het zelfbeeld op zowel sociaal, fysiek als sportief. De relatie tussen het aantal dagen met de auto of OV naar school en het zelfbeeld op zowel sociaal(p= 0,299), fysiek(p=0,271) als sportief(p=0,490), Waren alle drie niet significant. Ook de relatie tussen de duur van het buitenspelen na school en het zelfbeeld op zowel sociaal(p= 0,062), fysiek(p=0,895) als sportief(p=0,078), Waren alle drie niet significant. Er bestaat geen relatie tussen het beweeggedrag en het zelfbeeld over zowel sociale acceptatie, fysieke verschijning als sportieve vaardigheid. Voor een herhaaldelijk onderzoek, wordt aanbevolen gebruikt te maken van een longitudinaal onderzoek