De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het adolescentenstrafrecht en jongvolwassenen

Open access

Rechten:

Het adolescentenstrafrecht en jongvolwassenen

Open access

Rechten:

Samenvatting

Door de invoering van het adolescentenstrafrecht is het mogelijk om op grond van artikel 77c Sr jongvolwassen verdachten van 18 tot 23 jaar te berechten volgens het jeugdstrafrecht. De opdrachtgever van dit onderzoek, V&W Advocaten, staat vaak deze jongvolwassen verdachten bij in een strafproces. Voor V&W Advocaten bestaan rondom het adolescentenstrafrecht een aantal onduidelijkheden. V&W Advocaten wil weten waar de rechtbank naar kijkt bij de besluitvorming van het toepassen van het jeugdstrafrecht. Daarnaast wil V&W Advocaten weten hoe ervoor kan worden gezorgd dat het jeugdstrafrecht kan worden toegepast in een vroeg stadium van het strafproces. Om de volgende redenen is het erg gunstig om als jongvolwassenen volgens het jeugdstrafrecht berecht te worden;
- Voorlopige hechtenis en detentie kan plaatsvinden in een justitiële jeugdinrichting;
- Jeugddetentie kan maximaal voor de duur van 2 jaar opgelegd worden;
- Over het algemeen is sprake van lagere sancties;
- Door de pedagogische aanpak is de sanctie effectiever;
- In het jeugdstrafrecht geldt de regel “de voorlopige hechtenis schorsen, tenzij…”.

Het doel van het onderzoek is V&W Advocaten te adviseren welke gronden zij kunnen aanvoeren in een verweer in een strafproces betreffende het toepassen van het jeugdstrafrecht op 18 tot 23 jarigen, zodat de rechter vaker over zal gaan tot het berechten van jongvolwassenen volgens het jeugdstrafrecht op grond van artikel 77c Sr. Daarnaast wordt door het verrichten van dit onderzoek aan V&W Advocaten middelen in handen gegeven over hoe in een vroeg stadium van het strafproces ervoor kan worden gezorgd dat het jeugdstrafrecht bij de 18 tot 23 jarige cliënten wordt toegepast door de officier van justitie te overtuigen. De officier van justitie kan namelijk op grond van artikel 63 lid 5 Sv bij de rechter-commissaris vorderen om het jeugdstrafrecht toe te passen op een jongvolwassene.

De centrale vraag van dit onderzoek luidt als volgt:
- Welk advies kan worden gegeven aan V&W Advocaten op basis van literatuuronderzoek, jurisprudentieonderzoek en onderzoek naar wet en regelgeving ten aanzien van het bepleiten van het toepassen van het jeugdstrafrecht op jongvolwassenen ex art. 77c Sr en art. 63 lid 5 Sv?

Voor de beantwoording van de centrale vraag is onderzoek gedaan naar artikel 77c Sr op basis van onderzoek naar wet- en regelgeving literatuuronderzoek en jurisprudentieonderzoek. Er is onderzoek gedaan naar 30 uitspraken van de rechtbank waarin het jeugdstrafrecht wel wordt toegepast en 30 uitspraken van de rechtbank waarin het jeugdstrafrecht niet wordt toegepast. Daarnaast is artikel 63 lid 5 Sv onderzocht op basis van onderzoek naar wet- en regelgeving en literatuuronderzoek.

Uit het jurisprudentieonderzoek is gebleken dat de rechtbank meerdere topics mee laat wegen bij de besluitvorming over het wel of niet toepassen van het jeugdstrafrecht. Echter, de topics ‘een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogen’ en ‘een ziekelijke stoornis van de geestesvermogen’ zijn doorslaggevend om het jeugdstrafrecht toe te passen. Daarnaast wordt de zelfstandigheid en afhankelijkheid van de verdachte meegewogen bij de besluitvorming. Op basis van rapportages van de reclassering, psychiaters en psychologen en eventueel de Raad voor Kinderbescherming wordt de persoon van de verdachte bij de rechtbank kenbaar gemaakt.

In het kader van het toepassen van het jeugdstrafrecht bij de rechter-commissaris op grond van artikel 63 lid 5 Sv kan de rechter-commissaris alleen over het toepassen van het jeugdstrafrecht beslissen, als dit in de vordering van de officier van justitie is opgenomen. De officier van justitie dient overtuigd te worden van het toepassen van het jeugdstrafrecht op de jongvolwassen verdachte.

V&W Advocaten wordt geadviseerd ten tijde van het eerste verhoor te vragen naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarna contact opgenomen kan worden met de zaaksofficier om zo de eigen bevindingen te bespreken, zodat de officier van justitie het toepassen van het jeugdstrafrecht in de vordering kan opnemen. Daarnaast wordt geadviseerd contact te leggen en te behouden met instanties die rapportages over de verdachte opmaken, zodat deze voor de terechtzitting zijn opgesteld. Medewerking van de verdachte bij het opstellen van de rapportages is hierbij van belang. Ten aanzien van het bepleiten van het jeugdstrafrecht bij de strafrechter wordt geadviseerd de nadruk te leggen op de topics ‘een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogen’ en ‘een ziekelijke stoornis van de geestesvermogen’. In het pleidooi dient V&W Advocaten de zelfstandigheid van de verdachte buiten beschouwing te laten.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerV&W advocaten
Datum2017-09-18
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk