De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Krachten in de wijk gebundeld

een onderzoek naar de interne en externe samenwerking van de sociale wijkteams in Zwolle

Rechten:

Krachten in de wijk gebundeld

een onderzoek naar de interne en externe samenwerking van de sociale wijkteams in Zwolle

Rechten:

Samenvatting

Dit onderzoek gaat over het verloop van en de ervaringen met de samenwerking binnen de Zwolse sociale wijkteams en de samenwerking tussen de sociale wijkteams en de zorgaanbieders.
De vraag die hierbij centraal staat luidt: Op welke wijze krijgt de samenwerking binnen de sociale wijkteams en tussen de sociale wijkteams en de zorgaanbieders in Zwolle vorm en wat zijn hiervan de mogelijke gevolgen voor de geboden hulpverlening?
Voor het beantwoorden van deze centrale vraag is gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden. Allereerst heeft er een literatuuronderzoek plaatsgevonden en zijn verschillende beleidsdocumenten bestudeerd. Vervolgens werd er een veldonderzoek uitgevoerd. De vragen aan de professionals binnen de sociale wijkteams die betrekking hebben op hun ervaringen met de interne en externe samenwerking werden meegenomen in de internetvragenlijst die jaarlijks door het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken van Hogeschool Viaa/ Werkplaats Sociaal Domein wordt uitgezet in het kader van haar onderzoek naar de leerinfrastructuur binnen sociale wijkteams. De uitkomsten van het onderzoek ‘In de Running…’ van Teekman e.a. (2016) zijn gebruikt om in dit rapport de interne samenwerking binnen de sociale wijkteams te beschrijven. Aansluitend heeft er een gesprek plaatsgevonden met verschillende
wijkteammedewerkers om zo een verdiepingsslag te maken ten aanzien van de informatie die met behulp van de vragenlijst werd verzameld. Daarnaast hebben er interviews plaatsgevonden met twaalf medewerkers van acht aanbieders van specialistische en/of intensieve zorg/hulp.
In de beschrijving en analyse van de samenwerking binnen de sociale wijkteams in Zwolle en de samenwerking tussen de sociale wijkteams en de zorgaanbieders werd in het bijzonder gekeken naar omstandigheden voorafgaand aan de samenwerking, belangen van partners en hun wisselwerking, de structuur en sturing van de samenwerking, politiek-bestuurlijke processen en de onderlinge communicatie.
De samenwerking binnen de sociale wijkteams verloopt steeds beter. Begin 2016 vonden er veel personele wisselingen plaats in de sociale wijkteams waar een negatief effect van uitging op de samenwerking. In de tweede helft van 2016 is er een meer stabiele basis in de teams ontstaan en zijn wijkteammedewerkers meer veiligheid gaan ervaren binnen hun teams, een belangrijke voorwaarde om tot samenwerking te kunnen komen. De complexiteit van de hulpvragen die bij de sociale wijkteams terecht komen is groot. Inmiddels hebben wijkteammedewerkers beter zicht gekregen op de deskundigheid en expertise van hun collega’s en voelen zij zich vrij om met elkaar mee te lopen en van elkaar te leren. Medewerkers zijn tevreden over zichzelf, over de aanwezige kwaliteiten en competenties in het team. Zij geven aan met de huidige samenstelling van het team alle hulpvragen te kunnen oppakken. Het begrip
generalistisch werken en de toepassing hiervan in de sociale wijkteams is nog duidelijk in ontwikkeling waarbij er een beweging zichtbaar lijkt van generalistisch naar meer specialistisch werken. Wijkteammedewerkers zien wel een potentieel spanningsveld waar het gaat om de balans tussen de band met de (moeder)organisatie en het mandaat en de autonomie die je nodig hebt om als team te kunnen functioneren.

De samenwerking tussen wijkteammedewerkers en specialistische zorgaanbieders is
voor verbetering vatbaar. Naarmate samenwerking met aanbieders intensiever wordt
zijn wijkteammedewerkers meer tevreden over die samenwerking.
Wijkteammedewerkers blijken in de praktijk het vaakst samen te werken met, en dus
het meest tevreden te zijn over, aanbieders die werkzaam zijn in de maatschappelijke
ondersteuning en zorg. Eerdere samenwerking tussen wijkteammedewerkers en
zorgaanbieders blijkt sterk van invloed op zowel de mate als de beleving van de
samenwerking. Wijkteammedewerkers hebben het best zicht op en vertrouwen in de
deskundigheid van de zorgaanbieders waarmee zij ook in het verleden al hebben
samengewerkt en vice versa. Voor zorgaanbieders hangt het vertrouwen dat zij hebben
in de deskundigheid van wijkteammedewerkers voor een belangrijk deel af van de
achtergrond van die betreffende medewerkers met als gevolg dat het streven naar een
generalistische werkwijze bij de wijkteams ten koste gaat van het vertrouwen dat
aanbieders hebben in de deskundigheid van wijkteammedewerkers. De ontwikkeling die
nu lijkt te zijn ingezet naar meer specialistisch werken binnen de wijkteams zal vanuit
de zorgaanbieders dus als positief worden beoordeeld. De samenwerking tussen
wijkteammedewerkers en aanbieders wordt belemmerd door wederzijdse
onduidelijkheid over het moment en de wijze van in- en uitvoegen van aanbieders. Zo
zouden aanbieders graag in een eerder stadium meedenken bij een hulpvraag. Ook de
verdeling van verantwoordelijkheden ten aanzien van het samenwerkingsproces en de
inhoudelijke zorg en hulpverlening en de mogelijkheden en beperkingen van
informatie-uitwisseling binnen het kader van de privacyregelgeving blijken niet
duidelijk te zijn voor wijkteammedewerkers en aanbieders. Volgens een groot deel van
de zorgaanbieders is de beschikbaarheid van financiële middelen, en dus niet de
zorgvraag van de inwoner, op dit moment richtinggevend in de samenwerking met de
sociale wijkteams. Een meerderheid van de wijkteammedewerkers ervaart dit anders,
al spelen de budgetplafonds van aanbieders momenteel wel een rol bij de
doorverwijzing van inwoners met een zorg- of hulpvraag. Ondanks deze
samenwerkingsbelemmeringen geven zowel wijkteammedewerkers als zorgaanbieders
aan dat zij over het algemeen tot inhoudelijke consensus komen over de zorg en
hulpverlening die wordt geleverd aan inwoners.
De samenwerking tussen wijkteammedewerkers en zorgaanbieders is erbij gebaat
wanneer er in gezamenlijkheid afspraken gemaakt worden over wanneer en op welke
wijze er door de aanbieders wordt in- en uitgevoegd en over de informatie-uitwisseling.
De wijkteams zouden hierin meer hun regierol moeten oppakken. Het gezamenlijk
bespreken van onderliggend onderzoek en van concrete casuïstiek zou hieraan een
bijdrage kunnen leveren. Het is van belang daarbij oog te hebben voor en te spreken
over elkaars belangen in de samenwerking. Door in gezamenlijkheid afspraken te
maken groeit de wederzijdse bekendheid wat de samenwerking ten goede zal komen en daarmee de kwaliteit van de zorg en hulpverlening aan de inwoners in Zwolle.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Windesheim
AfdelingDomein Gezondheid en Welzijn
LectoraatInnoveren in de ouderenzorg
Jeugd
Datum2016-12-01
TypeRapport
ISBN978-90-77901-83-0
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk