De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Psychomotorische therapie, kinderen en Pentabalans

een effectonderzoek naar psychomotorische therapie binnen Intraverte.

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Psychomotorische therapie, kinderen en Pentabalans

een effectonderzoek naar psychomotorische therapie binnen Intraverte.

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Bij Intraverte komen kinderen met verschillende hulpvragen voor een behandeling volgens het door Intraverte ontwikkelde Pentabalans. Pentabalans is de visie van Intraverte. Zij ervaren dat niet alleen het kind van belang is in de behandeling, maar ook de omgeving, oftewel de ouders en school. Deze worden daarom bij de behandeling betrokken. Daarnaast gaat Pentabalans ervan uit dat een kind zich ontwikkelt op vijf verschillende gebieden, namelijk mentaal, motorisch, zintuiglijk, emotioneel en creërend. Dit zijn processen die elkaar afwisselen en die volgens Intraverte alle vijf in balans moeten zijn, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Wanneer kinderen in behandeling komen bij Intraverte is vaak één van deze gebieden niet in balans. Er wordt geprobeerd om balans te verkrijgen door middel van de behandeling. Deze behandeling wordt gedaan aan de hand van kinderoefentherapie (KOT) en psychomotorische therapie (PMT).
Een kinderoefentherapeut kijkt vooral naar de motorische ontwikkeling van het kind en probeert deze leeftijdsadequaat te krijgen en de motoriek te verbeteren.
Een psychomotorische therapeut kijkt vooral naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind en probeert deze te verbeteren. Beide behandelingen vinden bewegend plaats en sluiten aan bij de belevingswereld van het kind.
Met dit onderzoek is er gekeken naar de verbeteringen die plaats vonden door de behandeling.
In het begin van de behandeling werden een aantal stellingen, die passen bij de hulpvraag van het kind, opgeschreven en werd er door middel van een visuele analoge schaal een cijfer aan de stelling gegeven (meetmoment 1). Daarna werd er begonnen met kinderoefentherapie. Wanneer de kinderen hiermee klaar waren, starten ze bij de psychomotorische therapeut en werden dezelfde stellingen afgenomen (meetmoment 2). Na de psychomotorische therapie gingen de kinderen door naar de praktijkles, dit is ook psychomotorische therapie, maar dan samen met andere kinderen. Wanneer ze hier klaar waren, werd er een eindmeting gedaan waarbij de stellingen opnieuw werden afgenomen (meetmoment 3).
Uit het onderzoek blijkt dat alle twintig kinderen die mee hebben gedaan, een verbetering vertoonden op de stellingen. Gemiddeld gezien zorgde de psychomotorische therapie voor de meeste verbetering. De verbeteringen verschilden per cliënt en per hulpvraag.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat PMT een positief effect kan hebben op het welbevinden van de cliënt.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Windesheim
AfdelingHuman Movement & Sports
Jaar2012
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk