Samenvatting

Aanleiding: veel onverklaarde pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat (HBA) worden afgeleid van myofasciale trigger points (MTrPs). Het is belangrijk dat deze MTrPs worden geïdentificeerd als diagnose, zodat effectieve therapie kan volgen. Zowel waarneming als beoordelingsmethode zijn bij het stellen van de diagnose van belang.
Vraagstelling: hoe kunnen MTrPs door palpatie valide en betrouwbaar worden vastgesteld bij een patiënt met pijnklachten aan het HBA?
Methode: in PubMed en CINAHL is literatuur gezocht. De kwaliteit van de gevonden artikelen is beoordeeld volgens CBO-formulier Vb en QAREL.
Resultaten: twee systematische reviews gaan over vergelijkbaar onderzoek, waarbij pijnkenmerken betrouwbaarder bleken dan objectieve kenmerken. De reviewers geven verschillend eindoordeel over de interbeoordelaars-betrouwbaarheid van MTrP-palpatie. Vier betrouwbaarheidsonderzoeken gaan over MTrP-palpatie in de schouderregio. Hieruit blijkt dat latente MTrPs niet betrouwbaar vast te stellen zijn, actieve MTrPs bijna perfect betrouwbaar. Een onderzoek van hoge kwaliteit geeft grote interbeoordelaars-overeenstemming, maar geringe betrouwbaarheid. Een onderzoek ziet perspectief voor een beoordelingsmethode van Global Assessment.
Discussie: wisselende betrouwbaarheid kan komen doordat de ene spier makkelijker te palperen is dan de andere, doordat MTrPs reageren op palpatie, doordat actieve en latente MTrPs in dezelfde studie worden onderzocht, door wisselend ervaringsniveau van de beoordelaars. In de beoordeling speelt de visie van de onderzoekers een belangrijke rol.
Conclusie: het onderzoek naar MTrPs is in ontwikkeling en levert eerder discussie op dan consensus. Aangezien MTrPs (afgeleide) pijn veroorzaken dient pijnprovocatie en feedback van de patiënt een belangrijk deel uit te maken van het onderzoek. Training van beoordelaars verhoogt de betrouwbaarheid.